Page 25 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
van de ingestelde eenheid “AV_ _._ km/L”
(gemiddelde afstand die kan worden afge-
legd op 1.0 L brandstof) of “AV_ _._ L/100
km” (gemiddelde hoeveelheid brandstof die
nodig is om 100 km af te leggen) wordt
weergegeven.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen, drukt u op
de toets “RESET” om de modus te selecte-
ren en houdt u vervolgens de toets “RES-
ET” een seconde lang ingedrukt terwijl de
weergave knippert.OPMERKING:
Houd de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt om te wisselen tussen
de twee weergaven voor het gemid-
delde brandstofverbruik.
Na het terugstellen van een weergave
voor het gemiddelde brandstofverbruik
wordt “_ _._” weergegeven totdat demachine 1 km heeft afgelegd.
LET OP:
DCA15472
Bij storingen wordt “– –.–” weergege-
ven. Vraag een Yamaha dealer de machi-ne te controleren.Modus omgevingstemperatuur, modus
huidig brandstofverbruik en modus ge-
middeld brandstofverbruik (alleen voor
Groot-Brittannië)
Druk op de knop “RESET” om de weergave
in onderstaande volgorde te wisselen tus-
sen de modus omgevingstemperatuur “Air”,
de modus huidig brandstofverbruik “MPG”,
en de modus gemiddeld brandstofverbruik
“AV_ _._ MPG”:
Air (omgevingstemperatuur) → MPG →
AV_ _._ MPG → AirModus omgevingstemperatuur
Deze weergave toont de omgevingstempe-
ratuur vanaf –9 °C tot 50 °C in stappen van
1 °C. De weergegeven temperatuur kan af-
wijken van de omgevingstemperatuur.OPMERKING:
Als de omgevingstemperatuur daalt tot
onder de –9 °C, wordt een lagere tem-
peratuur dan –9 °C niet weergegeven.
Als de omgevingstemperatuur stijgt tot
boven de 50 °C, wordt een hogere
temperatuur dan 50 °C niet weergege-
ven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden [ongeveer onder
1. Omgevingstemperatuur/huidig brandstofver-
bruik/gemiddeld brandstofverbruik
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
1. Omgevingstemperatuur
U2D2D2D0.book Page 11 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 26 of 102
![YAMAHA FJR1300AS 2008 Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-overgangen etc.
Modus huidig brandstofverbruik
Deze weergave geeft de afstand YAMAHA FJR1300AS 2008 Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-overgangen etc.
Modus huidig brandstofverbruik
Deze weergave geeft de afstand](/manual-img/51/49706/w960_49706-25.png)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-overgangen etc.
Modus huidig brandstofverbruik
Deze weergave geeft de afstand weer die
onder de huidige omstandigheden kan wor-
den afgelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.OPMERKING:Bij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)wordt “_ _._” weergegeven.Modus gemiddeld brandstofverbruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
Als de modus gemiddeld brandstofverbruik
wordt geselecteerd, knippert de weergave
vijf seconden lang, waarna “AV_ _._ MPG”
(gemiddelde afstand die kan worden afge-
legd op 1.0 Imp.gal brandstof) wordt weer-
gegeven.OPMERKING:
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen,
drukt u op de toets “RESET” om de
modus te selecteren en houdt u vervol-
gens de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt terwijl de weergave
knippert.
Na het terugstellen van de weergave
van het gemiddelde brandstofverbruik
wordt “_ _._” weergegeven totdat demachine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
LET OP:
DCA15472
Bij storingen wordt “– –.–” weergege-
ven. Vraag een Yamaha dealer de machi-ne te controleren.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, toont het
multifunctionele display een foutcode van 2
cijfers.
1. Huidig brandstofverbruik
1. Gemiddeld brandstofverbruik
1. Weergave foutcode
2. Controlelampje startblokkering
U2D2D2D0.book Page 12 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 27 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer het voertuig na te
zien.LET OP:
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-troleerd om motorschade te voorkomen.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en geeft het
multifunctionele display een foutcode van
twee cijfers weer wanneer de sleutel naar
“ON” is gedraaid.OPMERKING:Als het multifunctionele display foutcode 52
weergeeft, betreft dit mogelijk een storing in
het transpondersignaal. Als deze fout zichvoordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
OPMERKING:Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te controle-
ren.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
U2D2D2D0.book Page 13 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 28 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU12347
Stuurschakelaars LinksRechts
DAU12380
Lichtsignaalschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om met de koplam-
pen een lichtsignaal te geven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar“/”
Zet deze schakelaar op“” voor grootlicht
en op“” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar“/”
Druk deze schakelaar naar“” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar“” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12493
Verstelknop kuipruit“”
Om de kuipruit hoger te stellen, drukt u de
knop in richting (a). Om de kuipruit lager te
stellen, drukt u de knop in richting (b).OPMERKING:Als de contactsleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid, keert de kuipruit automatisch terugnaar de laagste stand.
DAU12500
Claxonschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Lichtsignaalschakelaar“”
2. Verstelknop kuipruit“”
3. Dimlichtschakelaar“/”
4. Richtingaanwijzerschakelaar“/”
5. Claxonschakelaar“”
6. Schakelaar handmatig schakelen
1. Noodstopschakelaar“/”
2. Schakelaar alarmverlichting“”
3. Startknop“”
1. Verstelknop kuipruit“”
U2D2D2D0.book Page 14 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 29 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU12660
Noodstopschakelaar“/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op“”. Zet deze schakelaar op“” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAUM1131
Startknop“”
Druk op deze knop terwijl u de voor- of ach-
terrem bekrachtigt om de motor te starten
met de startmotor.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU42340
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje
gaan branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting“”
Met de sleutel in de stand “ON” of“” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP:
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU40381
Schakelaar handmatig schakelen De schakelaar handmatig schakelen maakt
schakelen met de handschakelhendel mo-
gelijk. Als de schakelaar wordt ingesteld op
handmatig schakelen, gaat het controle-
lampje handmatig schakelen branden.
OPMERKIN
G:
Met het schakelpedaal kan gescha-
keld worden ongeacht of handmatig
schakelen wel of niet is ingesteld.
Als het contactslot op “OFF” wordt ge-
zet, wordt handmatig schakelen auto-
matisch uitgeschakeld. Druk deze
schakelaar kort in na het starten van
de motor om handmatig schakelenmogelijk te maken.
1. Handschakelhendel
2. Schakelaar handmatig schakelen
3. Controlelampje handmatig schakelen
U2D2D2D0.book Page 15 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 30 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
DAU40492
Schakelpedaal Dit voertuig is uitgerust met een constant-
mesh 5-versnellingsbak. Het schakelpedaal
bevindt zich aan de linkerzijde van de mo-
tor. De vrijstand is de laagste positie.OPMERKIN
G:
Schakelen is alleen mogelijk wanneer hetcontactslot in de stand “ON” staat.
Het schakelpedaal is naar voorkeur van de
bestuurder in drie standen in te stellen.
De stand van het schakelpedaal afstel-
len
1. Verwijder het schakelpedaal door de
bout weg te halen.2. Zet het schakelpedaal in de gewenste
stand.
3. Breng de bout aan en zet deze vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
DAU40481
Handschakelhendel“”/“” Om met de hendel te kunnen schakelen
moet u dat vóór het schakelen instellen met
de schakelaar handmatig schakelen.
Trek met uw wijsvinger aan de“”-zijde
van de hendel om op te schakelen, en duw
met uw duim tegen de“”-zijde om terug te
schakelen.
1. Schakelpedaal
1. Schakelpedaal
2. Bout
3. StandaardafstellingAanhaalmoment:
Bout van schakelpedaal:
6.5 Nm (0.7 m·kgf, 5.0 ft·lbf)
1. Handschakelhendel“”
2. Handschakelhendel“”
3. Schakelaar handmatig schakelen
U2D2D2D0.book Page 16 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 31 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
DAU26823
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de stuur-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de hendel van het stuur
vandaan wordt gehouden. Controleer of het
correcte instelpunt op het stelwiel tegen-
over het“”-merkteken op de remhendel
staat.
DAU39540
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van het voertuig.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Bij het indrukken van het rempedaal worden
achter- en voorrem gelijktijdig bediend, de
achterrem volledig en de voorrem gedeelte-
lijk. Voor maximale remkracht dient u gelijk-
tijdig zowel de remhendel in te knijpen als
het rempedaal in te drukken.
DAU39531
ABS Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt. De ABS-werking wordt gecontro-
leerd door een ECU (elektronische
regeleenheid) die bij een systeemstoring
uitgaat van handmatig remmen.
WAARSCHUWING
DWA10090
Het ABS-systeem functioneert het
meest effectief over lange remwe-
gen.
Op sommige wegtypen (ruw weg-
dek of grint) kan de remweg langer
zijn dan bij remmen zonder ABS.
Houd daarom steeds voldoende af-
stand tot uw voorligger, afgestemdop uw rijsnelheid.
OPMERKING:
Het ABS voert gedurende enkele se-
conden een zelftest uit elke keer dat
het voertuig wegrijdt nadat de hoofd-
schakelaar is aangezet. Tijdens deze
test hoort u een “klikkend” geluid van-
onder de zitting en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht aantrekt
1. Remhendel
2.“”-merkteken
3. Stelwiel afstelpositie remhendel
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1. Rempedaal
U2D2D2D0.book Page 17 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 32 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
of intrapt, voelt u eventueel een trilling
in de hendel of het pedaal. Dit is nor-
maal.
Wanneer ABS is geactiveerd, worden
de remmen op de gebruikelijke wijze
bediend. In de remhendel of het rem-
pedaal kunnen pulsaties worden ge-
voeld, maar dat duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder de
pulsaties kan voelen in het rempedaal
of in de remhendel terwijl ABS actief is.
Er is echter speciaal gereedschap ver-
eist, dus neem voor het uitvoeren van
deze test contact op met uw Yamahadealer.
LET OP:
DCA16120
Houd alle soorten magneten (inclusief
magneetgrijpers, magnetische schroe-
vendraaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaven. Anders
kunnen de magnetische rotors van de
wielnaven beschadigd raken, waardoorhet ABS-systeem niet meer goed werkt.
DAU13072
Tankdop Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
1. Voorste wielnaaf
1. Achterste wielnaaf
11
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
U2D2D2D0.book Page 18 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM