!
!
i
148
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cupoolklemmen los te nemen.
Duw of sleep de auto niet aan om
de motor te starten als deze is
voorzien van een "2 Tronic" ver-
snellingsbak.
Accu's bevatten schadelijke stof-
fen, zoals zwavelzuur en lood. Ac-
cu's moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huis-
vuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in
bij een speciaal inzamelpunt. Laden met behulp van een
acculader
Maak de accupoolklemmen los.
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene) oxi-
datielaag, neem dan de accukabels
los en reinig de polen en klemmen.
De uitgeschakelde functies kunnen
tevens handmatig weer worden in-
geschakeld. Hierbij bestaat het ri-
sico dat de accu ontladen raakt.
SPAARFASE
De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu en-
kele functies (airconditioning, achter-
ruitverwarming, ...) tijdelijk worden
uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is. Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten
van het contact.
Sluit de ruiten, het schuifdak en de
voorportieren.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht
1 minuut alvorens de motor te star-
ten, zodat de elektronische syste-
men geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch
nog problemen voordoen.
Raadpleeg het des bet r eff ende
hoof ds t uk v oor het z elf opnieuw
init ialis er en v an:
- de sleutel met afstandsbedie-
ning,
- de elektrische bedienbare ruiten,
- het schuif-/kanteldak,
- het GPS navigatiesysteem.
!
!
i
148
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cupoolklemmen los te nemen.
Duw of sleep de auto niet aan om
de motor te starten als deze is
voorzien van een "2 Tronic" ver-
snellingsbak.
Accu's bevatten schadelijke stof-
fen, zoals zwavelzuur en lood. Ac-
cu's moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huis-
vuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in
bij een speciaal inzamelpunt. Laden met behulp van een
acculader
Maak de accupoolklemmen los.
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene) oxi-
datielaag, neem dan de accukabels
los en reinig de polen en klemmen.
De uitgeschakelde functies kunnen
tevens handmatig weer worden in-
geschakeld. Hierbij bestaat het ri-
sico dat de accu ontladen raakt.
SPAARFASE
De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu en-
kele functies (airconditioning, achter-
ruitverwarming, ...) tijdelijk worden
uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is. Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten
van het contact.
Sluit de ruiten, het schuifdak en de
voorportieren.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht
1 minuut alvorens de motor te star-
ten, zodat de elektronische syste-
men geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch
nog problemen voordoen.
Raadpleeg het des bet r eff ende
hoof ds t uk v oor het z elf opnieuw
init ialis er en v an:
- de sleutel met afstandsbedie-
ning,
- de elektrische bedienbare ruiten,
- het schuif-/kanteldak,
- het GPS navigatiesysteem.