WEGWIJS IN UW AUTO
48
Koplampsproeiers (fig. 69)Deze functie werkt als u, bij ingescha-
keld dim-/grootlicht, de ruitensproeiers
inschakelt.
BELANGRIJK Bij sommige uitvoerin-
gen schakelt de klimaatregeling automa-
tisch de recirculatiestand in als de kop-
lampsproeiers inschakelen. Hierdoor
wordt voorkomen dat de geur van de rei-
nigingsvloeistof het interieur bereikt.
fig. 69
A0A1013m
eenheid, die vervolgens de ruitenwisser-
motor bedient.
Telkens als de motor wordt gestart,
wordt de regensensor automatisch ver-
warmd tot ongeveer 40°C, zodat eventu-
eel condens van het meetoppervlak wordt
verwijderd en ijsvorming wordt voorko-
men.
De regensensor is in staat om de vol-
gende omstandigheden te herkennen en
zijn gevoeligheid hieraan aan te passen:
– vuil op het controle-oppervlak (zout-
aanslag, vuil enz.);
– waterstrepen veroorzaakt door versle-
ten wisserrubbers;
– verschil tussen dag en nacht (het zicht
wordt ‘s nachts sterker gehinderd door
vocht op de ruit). Achterruitwisser/-sproeier
(fig. 67-68)
Als u de hendel naar het dashboard drukt
(onvergrendelde stand), wordt de ruiten-
sproeier ingeschakeld en gaat de ruiten-
wisser continu werken. De werking stopt
als de hendel wordt losgelaten.
Als u draaiknop ( A) van stand O in
stand
'zet, dan werkt de achterruitwis-
ser in de intervalstand.
fig. 67
A0A0073m
fig. 68
A0A0075m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 48
WEGWIJS IN UW AUTO
52
DASHBOARD
1. Verstelbare uitstroomopeningen zijkant - 2. Vaste luchtroosters voor zijruiten - 3. Bedieningshendel buitenverlichting - 4. Instrumentenpaneel
- 5. Drukknop achterklepontgrendeling - 6. Pasjeshouder (optional op bepaalde uitvoeringen/markten) - 7. Autoradio (optional op bepaalde
uitvoeringen/markten) - 8. Verstelbare uitstroomopeningen midden - 9. Vast luchtrooster boven - 10. Bekerhouder (optional op bepaalde uit-
voeringen/markten) - 11. Drukknop mistlampen (optional op bepaalde uitvoeringen/markten) - 12. Schakelaar waarschuwingsknipperlich-
ten - 13. Drukknop mistachterlicht - 14. Frontairbag passagierszijde - 15. Dashboardkastje - 16. Drukknop portiervergrendeling - 17.
Bedieningsorganen voor verwarming, ventilatie en airconditioning - 18. Aansteker - 19. Asbak - 20. Temperatuursensor - 21. Bedieningshendel
voor ruitenwissers voor/achter - 22. Start/contactslot - 23. Claxon - 24. Hendel voor stuurwielverstelling - 25. Frontairbag bestuurderszijde -
26. Bedieningsorganen - 27. Hendel voor motorkapontgrendeling.
fig. 71
A0A1115m
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 52
WEGWIJS IN UW AUTO
104
DRUKKNOPPEN VOOR DE
LUCHTVERDELING
(fig. 113)
Als u een of meer knoppen ( 10)
indrukt, dan kunt u handmatig één van de
5 mogelijke verdelingen van de lucht naar
het interieur kiezen:
RELucht uit de uitstroomopeningen in
het midden en aan de zijkant van
het dashboard en uit de uitstroom-
opening achter (indien aanwezig).
RELucht uit de luchtroosters van de beenruimten (warmere lucht), de
uitstroomopeningen in het midden
en aan de zijkant van het dash-
board en uit de uitstroomopening
achter (koelere lucht). Deze lucht-
verdeling is bijzonder nuttig in de
gematigde seizoenen (voor- en
najaar) als de zon schijnt.
ZLucht uit de luchtroosters van de
beenruimten voor en achter. Met
deze luchtverdeling kan in een zo
kort mogelijke tijd de lucht in het
interieur worden verwarmd, omdat
warme lucht opstijgt. Dit geeft snel
een warm gevoel bij koude
lichaamsdelen.
A0A1028m
QLucht uit de luchtroosters in de
beenruimte voor en achter en de
luchtroosters voor ontwaseming/
ontdooiing van de voorruit en zijrui-
ten voor. Deze luchtverdeling zorgt
voor een goede verwarming van het
interieur en voorkomt het eventuele
beslaan van de ruiten.
QLucht uit de luchtroosters voor de
ontdooiing/ontwaseming van de
voorruit en de zijruiten voor. BELANGRIJK
Als u een van deze knop-
pen indrukt, dan schakelt u de functie in
(het lampje op de knop brandt) of uit
(het lampje op de knop gaat uit), als de
gekozen combinatie mogelijk is. Als de
combinatie niet mogelijk is, dan wordt
alleen de hoofdfunctie van de knop inge-
schakeld. De functie kan niet worden uit-
geschakeld door de knop nogmaals in te
drukken (de luchtstroom moet het interi-
eur via ten minste een mogelijkheid
bereiken).
V oor het hervatten van de automatische
werking van de luchtverdeling na een
handmatige instelling, moet u knop
(13)
AUTOindrukken.
Z
Zfig. 113
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 104
WEGWIJS IN UW AUTO
Als u geen brandstoflekkage waarneemt
en de auto kan nog verder rijden, druk
dan op knop (A) om de brandstoftoevoer
weer te herstellen.
fig. 121
A0A0092m
MISTACHTERLICHT (fig. 120)
U kunt het mistachterlicht inschakelen
door knop (D) op het dashboard in de
middenconsole in te drukken, als het dim-
licht of de mistlampen reeds zijn inge-
schakeld; tegelijkertijd gaat het lampje op
de drukknop branden.
Als u de contactsleutel in stand STOP
zet, schakelt het mistachterlicht automa-
tisch uit. De lamp schakelt pas weer in als
u na het starten opnieuw op knop ( D)
drukt. Druk knop (D) nogmaals in om het
mistachterlicht uit te schakelen.
BELANGRIJK Houdt u bij het gebruik
van het mistachterlicht aan de geldende
verkeersvoorschriften.
PORTIERVERGRENDELING
(fig. 120)
U kunt de centrale portiervergrendeling
inschakelen door knop (E) op de midden-
console in te drukken, onafhankelijk van
de stand van de contactsleutel.
Het lampje brandt:
– continu geel als de contactsleutel in
stand MAR staat;
– knipperend rood als de contactsleutel
in stand STOP staat (waarschuwing).
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR
(fig. 121) (bepaalde uitvoerin-
gen/markten )
Deze veiligheidsschakelaar springt
omhoog bij een ongeval, waardoor de toe-
voer van brandstof wordt gestopt en de
motor afslaat. De schakelaar bevindt zich
aan de onderzijde naast de stijl van het
bestuurdersportier.
De werking van de brandstofnoodschake-
laar wordt weergegeven op het display van
het instrumentenpaneel.Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of
merkt dat het brandstofsysteem lekt, druk dan de schakelaar nietterug, zodat brand wordt voor-komen.
ATTENTIE
111
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 111
WEGWIJS IN UW AUTO
INTERIEURUITRUSTING
DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje is voorzien van een
binnenverlichting en een klepje.
Trek aan de handgreep ( A-fig. 138)
om het kastje te openen.
Als u het kastje opent als de contact-
sleutel in stand MARstaat, dan gaat de
verlichting in het kastje ( A-fig. 139)
branden. Aan de achterkant is het klepje voorzien
van een klem (B) voor een pen of pot-
lood. BELANGRIJK
Als u de contactsleutel in
stand STOP zet en het klepje opent, dan
gaat het lampje 15 minuten branden.
Hierna dooft het lampje om de accu te spa-
ren.
HANDGREPEN
Boven de zijruiten achter zijn handgre-
pen gemonteerd.
Op bepaalde uitvoeringen/markten is
ook een handgreep boven het passagiers-
portier voor gemonteerd.
fig. 138
A0A0108m
fig. 139
A0A0109m
Rijd niet met een geopend
Dashboardkastje: bij een
ongeval zou het klepje de passa- gier kunnen verwonden.
ATTENTIE
123
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 123
WEGWIJS IN UW AUTO
128fig. 150
A0A0735m
PASJESHOUDER EN
BEKERHOUDER
(fig. 148)
(optional voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten)
Het dashboard is in het midden voorzien
van een pasjeshouder ( A) en een beker-
houder (B). Druk deze in, zoals is aange-
geven, zodat gebruik van deze voorzie-
ningen kan worden gemaakt.
fig. 148
A0A0116m
fig. 149
A0A1048m
OPBERGVAKKEN IN
TUNNELCONSOLE
(fig. 150)
Afhankelijk van de uitvoering kan de tun-
nelconsole bij de handrem voorzien zijn
van de volgende opbergmogelijkheden:
– opbergvakje ( A);
– beker/blikjeshouder ( B);
– sleuf voor magneetkaarten of tolpas-
sen (C);
– pennenvak (D);
– munthouder (E).
OPBERGVAK OP DASHBOARD
(fig. 149)Aan de linkerzijde van het dashboard is
op het deksel van de zekeringen- en
relaiskast een opbergvak (A ) aange-
bracht.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 128
WEGWIJS IN UW AUTO
fig. 164
A0A1051m
MOTORKAP
De hendel voor het openen van de motor-
kap bevindt zich uiterst links onder het
dashboard.
Openen:
– trek aan hendel ( A-fig. 163) totdat
u de ontgrendeling hoort.
– druk het hendeltje ( A-fig. 164) van
de beveiliging omhoog.
– til de motorkap op.
fig. 163
A0A0135m
Open de motorkap alleenals de auto stilstaat.
ATTENTIE
Om veiligheidsredenen
moet de motorkap tijdens
het rijden altijd goed gesloten zijn. Controleer daarom altijd ofde motorkap goed vergrendeld is.Als u tijdens het rijden merkt datde motorkap niet goed is ver-grendeld, stop dan onmiddellijken sluit de motorkap op de juistewijze.
ATTENTIE
Sluiten: laat de motorkap tot op onge-
veer 20 cm van de motorruimte zakken,
laat de motorkap vallen en controleer of
de motorkap goed is gesloten door deze
op te tillen. De motorkap mag niet alleen
door de beveiliging vergrendeld zijn.
Druk in dit laatste geval de motorkap
niet dicht, maar til hem opnieuw op en
herhaal de handeling.
BELANGRIJK
Het optillen van de
motorkap wordt vergemakkelijkt door
twee gasveren aan de zijkant. Wij raden u
aan deze gasveren niet te demonteren en
de motorkap tijdens het optillen te bege-
leiden.
135
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 135
WEGWIJS IN UW AUTO
INBOUWVOORBE-
REIDING VOOR
AUTORADIO
(optional voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Als de auto niet is uitgerust met de
inbouwvoorbereiding autoradio, beschikt u
op het dashboard over een opbergvak
(fig. 172).
De inbouwvoorbereiding voor de autora-
dio bestaat uit:
– voedingskabels voor de autoradio;
– kabels voor voeding van de luidspre-
kers voor en achter;
– kabel voor voeding van de antenne;
– een inbouwplaats voor de autoradio;
– een antenne op het dak van de auto.
De autoradio wordt ingebouwd op de
plek van het opbergvak. U verwijdert het
vakje door de twee borglippen in het
opbergvak in te drukken. de voedingska-
bels zijn nu bereikbaar. Als u na aankoop van de
auto een autoradio wilt
installeren, moet u eerst
contact opnemen met de Alfa
Romeo-dealer; deze zal u instruc-
ties geven om de levensduur van
de accu te behouden. Als de accu
bij uitgezette motor te zwaar
wordt belast, beschadigt de accu
en kan de garantie op de accu
vervallen.
fig. 172
A0A1055m
147
TECHNISCHE GEGEVENS
Luidsprekers
Bij auto’s met inbouwvoorbereiding
autoradio bestaat de akoestische installa-
tie uit:
– 4 tweeters: 2 voor en 2 achter
(bepaalde uitvoeringen/markten) met
een vermogen van 30W;
– 4 luidsprekers met een diameter van
165 mm (2 voor en 2 achter) met een
vermogen van 40W.
Antenne
De antenne is op het dak van de auto
geplaatst. Het is raadzaam de antenne los
te draaien en van het dak te verwijderen
als de auto in een wastunnel wordt gerei-
nigd, om te voorkomen dat de antenne
wordt beschadigd.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 147