INHOUDSOPGAVE
Zekering vervangen ...................... 6-27
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-28
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen ................................. 6-29
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-30
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen ................................. 6-30
Voorwiel ........................................ 6-31
Achterwiel ..................................... 6-33
Problemen oplossen ..................... 6-34
Storingzoekschema ...................... 6-35
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS.............................. 7-1
Matkleur, let op ............................... 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U3D9D1D0.book Page 2 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
DAU43190
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
2. Verwijder de afdekking van de kop-
lampgloeilampfitting.3. Verwijder de fitting van de koplamp-
gloeilamp (samen met de gloeilamp)
door deze linksom te draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.LET OP:
DCA10660
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan
de doorzichtigheid van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
1. Schroef
1. Afdekking van de koplampgloeilampfitting
1. Koplampgloeilampfitting
1. Koplampgloeilamp
U3D9D1D0.book Page 28 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekjegedrenkt in alcohol of thinner.
6. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
7. Monteer de afdekking van de koplam-
pgloeilampfitting.
8. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
9. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24131
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe-
ven aan te brengen.
LET OP:
DCA10680
Zet de schroeven niet overdreven strakvast, anders kan de lamplens breken.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
U3D9D1D0.book Page 29 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
INDEX
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-21
Accu...................................................... 6-25
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-24BBagagedrager ......................................... 3-9
Bagageriembevestiging .......................... 3-9
Banden ................................................. 6-13
Bougie, controleren ................................ 6-7
Brandstof ................................................ 3-6
Brandstofniveaumeter ............................ 3-3
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-4
Contactslot/stuurslot ............................... 3-1
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-2
Controlelampje grootlicht ........................ 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers .......... 3-2
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar ................................. 3-4GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ............................................... 6-22
Gereedschapsset ................................... 6-1
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen........................................... 6-29
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen........................................... 6-30IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren ............. 6-22
Kickstarter ............................................... 3-8
Klepspeling............................................ 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-28
Koppelingshendel.................................... 3-4
Koppelingshendel, vrije slag afstellen ... 6-16LLocaties van onderdelen ......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen ................... 6-10MMatkleur, let op........................................ 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ........................ 6-23
Modelinformatiesticker ............................ 9-2
Motorolie ................................................. 6-9PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-6
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-30
Parkeren..................................................5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .............................. 6-2
Problemen oplossen .............................6-34RRemblokken en remschoenen
controleren .......................................... 6-18
Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ........................ 6-23
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-22
Remhendel .............................................. 3-5
Remlichtschakelaar, afstellen ............... 6-17
Rempedaal .............................................. 3-5
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-18Remvloeistof, verversen ....................... 6-19
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-4
SSchakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ........................................ 3-5
Schokdemperunits, afstellen................... 3-8
Sleutelnummer........................................ 9-1
Snelheidsmeterunit ................................. 3-2
Spanning aandrijfketting ....................... 6-20
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop ................................................ 3-4
Startspersysteem .................................. 3-10
Stationair toerental, controleren............ 6-12
Storingzoekschema .............................. 6-35
Stuurschakelaars .................................... 3-3
Stuursysteem, controleren .................... 6-25TTankdop .................................................. 3-6
Toerenteller............................................. 3-3UUitlaatkatalysator .................................... 3-7VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
Voorremhendel, controleren van vrije
slag ..................................................... 6-16
Voorvork, controleren ........................... 6-24
Vrije slag gaskabel, afstellen ................ 6-12
Vrije slag van rempedaal, afstellen ....... 6-17
Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-2
U3D9D1D0.book Page 1 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM