FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
2
34
5
6
7
8
9
DAU34136
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12311
Zorg dat de machine stilstaat, voordat u
wijzigingen in de instellingen van het
multifunctionele display gaat aanbren-
gen.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand weergeeft vanaf
het moment dat het onderste segment
van de brandstofniveaumeter en dewaarschuwingsindicator brandstofni-
veau gaan knipperen)
een voorziening voor zelfdiagnose
een klok
een omgevingstemperatuurweergave
een indicator olieverversing
een indicator V-snaarvervanging
OPMERKING:
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de toetsen “SE-
LECT” en “RESET” gebruikt.
Als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, verschijnen alle segmenten
een voor een op het multifunctionele
display en verdwijnen dan weer om
het elektrisch circuit te testen.
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de toets “SELECT” wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “ODO” en de rittellermodi “TRIP”, in
de onderstaande volgorde:
ODO
→
TRIP (boven)
→
TRIP (onder)
→
ODO
Als er ongeveer 2.8 L (0.74 US gal) (0.62
Imp.gal) brandstof in de tank over is, begin-
nen het onderste segment van de brand-
stofniveaumeter en de
waarschuwingsindicator brandstofniveau te
knipperen. De displayweergave wisselt au-
1. Klok/omgevingstemperatuurdisplay
2. Temperatuurmeter koelvloeistof
3. Brandstofniveaumeter
4. Kilometerteller/rittellers
5. “SELECT”-toets
6. “RESET”-toets
1
2
3
4
5
6
1. Indicator V-snaarvervanging “V-BELT”
2. Waarschuwingsindicator brandstofniveau
“”
3. Waarschuwingsindicator
koelvloeistoftemperatuur “”
4. Indicator olieverversing “OIL”
123
4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
tomatisch naar de brandstofreserve-ritteller
“TRIP F”, waarop de afgelegde afstand van-
af dat punt wordt aangegeven. In dat geval
wordt door het indrukken van de toets “SE-
LECT” in de onderstaande volgorde gewis-
seld tussen de diverse weergaven van
rittellers en kilometerteller:
TRIP F
→
TRIP (boven)
→
TRIP (onder)
→
ODO
→
TRIP F
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door de toets “SELECT” in-
gedrukt te houden totdat “TRIP” of “TRIP F”
begint te knipperen (“TRIP” of “TRIP F”
knippert slechts vijf seconden). Terwijl
“TRIP” of “TRIP F” knippert, houdt u de
toets “RESET” minstens één seconde lang
ingedrukt. Wanneer u de brandstofreser-
ve-ritteller niet zelf met de hand op nul te-
rugstelt, wordt deze automatischteruggesteld zodra na het tanken 5 km (3
mi) is gereden en verschijnt de vorige weer-
gavemodus weer.
OPMERKING:
Het display kan niet worden teruggesteld
naar “TRIP F” nadat de toets “RESET” is in-
gedrukt.
Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op “ON” staat, geeft
de brandstofniveaumeter de hoeveelheid
brandstof in de brandstoftank aan. De dis-
playsegmenten van de brandstofniveaume-
ter verdwijnen richting “E” (leeg) naarmate
het brandstofniveau verder daalt. Wanneer
het brandstofniveau het onderste segment
vlakbij “E” bereikt, gaan de waarschu-
wingsindicator brandstofniveau en het on-
derste segment knipperen. Vul zo snel
mogelijk brandstof bij.
Temperatuurmeter koelvloeistof
Met de contactsleutel in de stand “ON” geeft
de temperatuurmeter koelvloeistof de tem-
peratuur van de koelvloeistof aan. De koel-
vloeistoftemperatuur is afhankelijk van de
weersomstandigheden en de motorbelas-
ting. Als het bovenste segment en de waar-
schuwingsindicator voor
koelvloeistoftemperatuur knipperen, stopde machine dan en laat de motor afkoelen.
(Zie pagina 6-38.)
LET OP:
DCA10020
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Indicator olieverversing “OIL”
Deze indicator knippert zodra de eerste
1000 km (600 mi) zijn afgelegd en na 5000
km (3000 mi). Vervolgens gaat de indicator
om de 5000 km (3000 mi) knipperen, om zo
aan te geven dat het tijd is om de motorolie
te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet de indi-
cator olieverversing worden teruggesteld.
(Zie pagina 6-12.)
Als de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus voor-
dat de intervalperiode voor olieverversing
1. Ritteller brandstofreserve
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
2
3
4
5
67
8
9
OPMERKING:
Zorg dat de O-ringen correct aanliggen.
8. Breng de onderlegring en de olieaftap-
plug aan en zet de plug dan vast met
het voorgeschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:
Controleer of de onderlegring correct aan-
ligt.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motorolie,
monteer dan de olievuldop en zet deze
vast.
LET OP:
DCA11670
Gebruik geen olie met een
“CD”-dieselspecificatie of een ho-
gere kwaliteit dan gespecificeerd.
Gebruik ook geen olie met een
“ENERGY CONSERVING II” of ho-
gere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
11. Stel de indicator olieverversing op de
volgende wijze terug.
Terugstellen van de indicator oliever-
versing
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “OIL CHANGE”-knop inge-drukt voor twee tot acht seconden.
3. Laat de “OIL CHANGE”-knop los, de
indicator olieverversing zal nu uitgaan.
OPMERKING:
Als de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus voor-
dat de intervalperiode voor olieverversing
was verstreken), moet de indicator na de
olieverversing worden teruggesteld zodat
het eerstvolgende tijdstip voor olieverver-
sing weer correct wordt aangegeven. Volg
de hierboven beschreven werkwijze om de
indicator olieverversing terug te stellen
voordat de olieverversingstermijn is verstre-
ken, maar kijk wel of de indicator ca. 1.4 se-
conde brandt nadat de “OIL
CHANGE”-knop is losgelaten; zo niet, her-
haal dan de procedure.
Aanhaalmoment:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14.5 ft·lbf)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van oliefilterele-
ment:
1.50 L (1.59 US qt) (1.32 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterelement:
1.70 L (1.80 US qt) (1.50 Imp.qt)
1. “OIL CHANGE”-knop
1