Page 25 of 382

21
Functie
Audiosysteem inschakelen
Audiosysteem uitschakelen
Audio mute (alleen mogelijk als
TP is ingeschakeld in het
hoofdscherm
van de radiofuncties)
Audiobron selecteren
Volume verhogen/verlagen
Opgeslagen radiostations selecteren
Radiostations opslaan
Zoeken naar het eerste te
ontvangen station
op hogere frequentie
Zoeken naar het eerste te
ontvangen station
op lagere frequentie Toetsen op het CONNECT
Toets AUDIO kort indrukken
Toets AUDIO even ingedrukt houden
Functie “Audio Mute” in het radiomenu selecteren en be-
vestigen met de rechter draai- knop 21(fig. 2)
Multifunctionele toetsen FM,
AM, CC, CD, CDC, TV of de toets SOURCE indrukken
Linker knop draaien
Cijfertoets 1 - 6kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 even inge- drukt houden
Toets ˙kort indrukken
Toets ¯kort indrukken Toetsen op het stuurwiel
–
–
–
Toets SOURCE i ndrukken
Toets VOL+ of VOL- indrukken
–
–
Toets SCAN+
kort indrukken
Toets SCAN-
kort indrukken
Toetsen op de afstandsbediening
–
–
Toets ON/OFF indrukken
Toets SOURCE i ndrukken
Toets VOL+ of VOL- indruk- ken
Cijfertoets 1 - 6 kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 even ingedrukt houden
Toets Nkort indrukken
Toets O
kort indrukken
FUNCTIES AUDIOSYSTEEM EN TV: OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN
De functies van het audiosysteem (radio FM/AM en CC/CD/CDC) en van de TV kunnen worden in-/uitgeschakeld met de
bedieningsknoppen die op het CONNECT, op het stuurwiel en op de afstandsbediening aanwezig zijn. Om de verschillende
bedieningsknoppen makkelijker te leren kennen, staan in onderstaande tabel de functies en de bijbehorende bedienings-
toetsen vermeld. Zie voor het gebruik van de spraakbediening het betreffende hoofdstuk in het CONNECT-boekje.
Page 26 of 382

22
Functie
Functie “Scan” inschakelen
waarbij alle stations op de
geselecteerde golfband kort
worden weergegeven in
aflopende frequentie
Functie “Scan” inschakelen
waarbij alle stations op de
geselecteerde golfband kort
worden weergegeven in
oplopende frequentie
Draairichting
van de cassette omkeren
Snel terugspoelen naarvorig muziekstuk
Snel terugspoelen
Snel vooruit spoelen naarvolgend muziekstuk
Snel vooruit spoelen
Weergave/pauze
van het beluisterde
muziekstuk CC/CD
Volgend muziekstuk
zoeken tijdens het
beluisteren van een CD Toetsen op het CONNECT
Toets ˙
even ingedrukt houden
Toets ¯
even ingedrukt houden Toets ¯˙indrukken
Toets ¯kort indrukken
Toets ¯even ingedrukt houden
Toets ˙
kort indrukken
Toets ˙even ingedrukt houden
Multifunctionele toets
Play/Pauze indrukken
Toets ˙kort indrukken Toetsen op het stuurwiel
Toets SCAN+
even ingedrukt houden
Toets SCAN-
even ingedrukt houden –
Toets SCAN-
kort indrukken
Toets SCAN- even ingedrukt houden
Toets SCAN+ kort indrukken
Toets SCAN+ even ingedrukt houden
–
Toets SCAN+ kort i ndrukken
Toetsen op de afstandsbediening
Toets N
even ingedrukt houden
Toets O
even ingedrukt houden
–
Toets O
kort indrukken
Toets O
even ingedrukt houden
Toets Nof ˙kort indrukken
Toets Neven ingedrukt houden
Toets ON/OFF indrukken
Toets ˙indrukken
Page 27 of 382
23
Functie
Vorig muziekstuk zoeken tij -
dens het beluisteren van een CD
CD selecteren bij
ingeschakelde CDC
Weergave/stoppen van het
beluisterde muziekstuk
bij ingeschakelde CDC
Opgeslagen TV-kanalen
selecteren
Afstemming op het volgende
TV-kanaal
Afstemming op het vorige TV-kanaal
TV uitschakelen (terugkeren
naar het scherm van de daar-
voor ingeschakelde audiobron) Toetsen op het CONNECT
Toets
¯kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 indrukken
–
Cijfertoets 1 - 6 indrukken
Toets ˙kort indrukken
Toets ¯kort indrukken
Multifunctionele toets
OFF indrukken Toetsen op het stuurwiel
Toets SCAN- kort indrukken
–
–
–
Toets SCAN+ indrukken
Toets SCAN- indrukken –
Toetsen op de afstandsbediening
Toets ¯kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 indrukken
Toets ON/OFF indrukken
Cijfertoets 1 - 6 indrukken
Toets Nkort indrukken
Toets Okort indrukken
Toets ON/OFF indrukken
Page 28 of 382

24
STUURSLOTAls de contactsleutel uit het con-
tactslot wordt genomen, wordt auto-
matisch het stuurslot vergrendeld.
Uitvoeringen met Keyless System
Het stuurslot vergrendelt automa-
tisch als de portieren centraal wor-
den vergrendeld met de afstandsbe-
diening. De bestuurder wordt hierop
geattendeerd door het bericht “HET
STUURSLOT VERGRENDELT BIJ
HET VERGRENDELEN VAN DE
PORTIEREN” dat op het display
van het instrumentenpaneel ver-
schijnt.START-/CONTACT-
SLOT
De sleutel kan in 3 standen worden
gedraaid ( fig. 6):
STOP: motor uit, sleutel uitneem-
baar en stuurslot vergrendeld.
Enkele elektrische installaties (bijv.
het CONNECT) werken.
MAR: contact aan. Instrumenten-
paneel verlicht, stuurslot ontgren-
deld en alle elektrische installaties
werken.
AVV: starten van de motor. Laat
de sleutel los zodra de motor aans-
laat. Als het start-/contactslot
is geforceerd (bijv. bij een
poging tot diefstal) moet
u, voordat u weer met de auto
gaat rijden, de werking van het
slot laten controleren bij een
Lancia-dealer.
Neem altijd de sleutel uit
het contactslot als de auto
wordt verlaten, om
onvoorzichtig gebruik van de
bedieningsknoppen te voorko-
men. Vergeet niet de handrem
aan te trekken en schakel de eer-
ste versnelling in als de auto op
een helling omhoog staat of de
achteruit bij een helling omlaag.
BELANGRIJK Zie bij uitvoeringen
die zijn uitgerust met het herken-
ningssysteem de paragraaf “Het her-
kenningssysteem (Keyless System)”
in dit hoofdstuk.
fig. 6
L0A0021b
Page 29 of 382

25
Stuurslot altijd ontgrendeldU kunt in het menu van het CON-
NECT instellen dat het stuurslot
altijd ontgrendeld is. Zie voor het
instellen van deze functie het CON-
NECT-boekje dat bij de auto gele-
verd wordt.
Noodgevallen
Als de accu van de auto leeg is, kan
het stuurslot niet ontgrendeld wor-
den. In dat geval moet het koffer-
deksel met de noodsleutel worden
geopend en een hulpaccu op de lege
accu worden aangesloten. Voer deze werkzaamhe-
den niet uit als u daarmee
geen ervaring hebt:
onjuiste handelingen kunnen lei-
den tot vonken en ook kan de
accu openbarsten. Wendt u tot de
Lancia-dealer. Zie in ieder geval
de paragraaf “Starten met een
hulpaccu”.
Het stuurslot wordt niet
vergrendeld als u de por-
tieren centraal vergren-
delt met de noodsleutel of als de
vergrendeling automatisch
inschakelt (functie “Autoclose”).
Voordat u het kofferdek-
sel opent om de accu op te
laden of een hulpaccu
aan te sluiten, moet u de instruc-
ties in het hoofdstuk “Accu los-
koppelen” aandachtig lezen en
opvolgen.
Het stuurslot wordt automatisch
ontgrendeld als u het koppelingspe-
daal intrapt (uitvoeringen met
handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal (uitvoeringen met
automatische versnellingsbak).
Page 30 of 382

26
LANCIA CODE
Voor een nog betere bescherming
tegen diefstalpogingen is de auto uit-
gerust met een elektronische start-
blokkering (Lancia CODE). Het sys-
teem schakelt automatisch in als de
contactsleutel wordt uitgenomen. In
de handgreep van de sleutels bevindt
zich een elektronisch component,
dat bij het starten van de motor een
signaal ontvangt van een speciale
antenne die in het start-/contactslot
is ingebouwd. Dit signaal wordt
omgezet in een gecodeerd signaal en
vervolgens aan de regeleenheid van
de Lancia CODE gezonden, die, als
de code wordt herkend, het starten
van de motor mogelijk maakt. WERKING
Iedere keer als u de contactsleutel
in stand STOPzet, schakelt de
Lancia CODE de functies van de
elektronische regeleenheid van de
motor uit.
Als u bij het starten van de motor
de sleutel in stand MARdraait, dan
stuurt de regeleenheid van de Lancia
CODE een code naar de regeleen-
heid van de motor die, als de code
wordt herkend, de blokkering van
de functies opheft. De geheime code
wordt door de sleutel verzonden en
heeft meer dan 4 miljard combina-
ties. De code wordt alleen verzonden
als de regeleenheid van het systeem
de code heeft herkend via een in het
start-/contactslot ingebouwde
antenne.
Als de code niet wordt herkend,
gaat op het display van het instru-
mentenpaneel het symbool Ybran-
den en verschijnt het bericht
“DEFECT BEVEILIGINGSSYS-
TEEM VOERTUIG”.
In dat geval raden wij u aan de
sleutel in stand STOPen vervolgens in stand
MARte draaien; als de
motor geblokkeerd blijft, probeer
het dan opnieuw met de andere gele-
verde sleutels. Als de motor nog niet
aanslaat, voer dan zelf een noodstart
uit (zie het hoofdstuk “Noodgeval-
len”) en wendt u daarna tot de
Lancia-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft
een eigen code die in de regeleenheid
van het systeem moet worden opge-
slagen. Voor het opslaan van nieuwe
sleutels ( maximaal acht) moet u
zich tot de Lancia-dealer wenden.
Hierbij moeten alle in uw bezit zijn-
de sleutels, de CODE-card, een iden-
titeitsbewijs en het kentekenbewijs
worden meegenomen.
Page 31 of 382

27
Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutelco-
de de reeds opgeslagen
sleutelcodes niet opnieuw wor-
den ingevoerd, worden ze uit het
geheugen gewist, zodat eventueel
verloren of gestolen sleutels niet
meer gebruikt kunnen worden
voor het starten van de motor. BELANGRIJK
Als het symbool Y
tijdens het rijden gaat branden:
1) Als het symbool gaat branden en
het bericht “DEFECT BEVEILI-
GINGSSYSTEEM VOERTUIG” ver-
schijnt, dan betekent dit dat het sys-
teem zichzelf controleert (bijv. bij
een vermindering van de spanning).
Zodra de auto stilstaat kan de sys-
teemtest worden uitgevoerd: zet de
motor uit, draai de contactsleutel in
stand STOP en vervolgens weer in
stand MAR: het symbool gaat bran-
den en moet na ongeveer 1 seconde
doven. Als het symbool blijft bran-
den, dan moet de gehele procedure
herhaald worden, waarbij de con-
tactsleutel ten minste 30 seconden in
stand STOP moet blijven. Als het
symbool blijft branden, wendt u dan
tot de Lancia-dealer.
2) Als het symbool blijft branden,
wordt de code niet herkend. In dat
geval raden wij u aan de sleutel in
stand STOP en vervolgens in stand
MAR te draaien; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan
opnieuw met de andere geleverde
sleutels. Als de motor nog niet aan-
slaat, voer dan zelf een noodstart uit
(zie het hoofdstuk “Noodgevallen”)
en wendt u tot de Lancia-dealer. DE SLEUTELS
Bij de auto worden twee exempla-
ren van de sleutel A(fig. 7 ) geleverd
met uitklapbare metalen baard met
ingebouwde afstandsbediening voor
het op afstand ver-/ontgrendelen
van de portieren, het openen van het
kofferdeksel en het in-/uitschakelen
van het diefstalalarm.
fig. 7
L0A0022b
Page 32 of 382

28
De sleutel dient voor:– het start-/contactslot;
– het ontgrendelen van het stuur-
slot;
– de sloten van de voorportieren;
– het dead lock-systeem;
– het op afstand ver-/ontgrendelen
van de portieren
– het kofferdekselslot;
– het op afstand ver-/ontgrendelen
van het kofferdekselslot;
– het op afstand openen van het
kofferdeksel;
– het diefstalalarm;
– de uitschakeling van de airbag
aan passagierszijde;
– de uitschakeling van de zij-air-
bags achter;
– het openen/sluiten van de zijrui-
ten en het opendak. Om schade aan de elek-
tronische schakelingen in
de sleutels te voorkomen,
mogen de sleutels niet aan direc-
te zonnestraling worden blootge-
steld. CODE-card
Samen met de sleutels hebt u een
CODE-card ( fig. 8) ontvangen
waarop staat aangegeven:
A - de elektronische code voor het
uitvoeren van een noodstart.
B - de mechanische code van de
sleutels, die bij aanvraag van dupli-
caatsleutels aan de Lancia-dealer
moet worden meegedeeld.
C en D - vakjes voor het aanbren-
gen van de codesticker van de
afstandsbediening van het diefstal
alarm.
In het menu van het CONNECT
kan het systeem zo worden ingesteld
dat als de knop voor het ontgrende-
len van de portieren wordt inge-
drukt, alleen het bestuurdersportier
wordt ontgrendeld of alle portieren.
Zie voor de werking van de sleutel
met afstandsbediening en de moge-
lijke instellingen de volgende para-
graaf “Diefstalalarm”.
BELANGRIJK Als de betreffende
functie is ingeschakeld via het menu
van het CONNECT, ontgrendelt het
kofferdekselslot als de portieren cen-
traal worden ontgrendeld.
fig. 8
L0A0023b