Page 297 of 382
293
SPIEGELVERLICHTING
ZONNEKLEP
Gloeilampen vervangen:1) Til het klepje A(fig. 61) omhoog.
2 ) Licht het spiegeltje met een
schroevendraaier in punt Bop.
BELANGRIJK Wees zeer voorzich-
tig bij het verwijderen van het spie-
geltje, om beschadiging aan de om-
lijsting van de spiegel en de spiegel
zelf te voorkomen. 3
) Verwijder de lampjes C(fig. 62)
uit de contacten aan de zijkant en ver-
vang ze.
4) Monteer het spiegeltje: plaats
eerst de bovenste rand en druk ver-
volgens op de onderste rand totdat het
spiegeltje vastzit. BAGAGERUIMTEVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
1) Verwijder het plafondlampje door
met een schroevendraaier de borgveer
A (fig. 63) in te drukken.
2 ) Druk op beide zijden van het
scherm B(fig. 64) bij de bevesti-
gingspunten, draai het scherm en ver-
wijder het.
fig. 61
L0A0136b
fig. 62
L0A0137b
fig. 63
L0A0139b
Page 298 of 382

294
3) Vervang het geklemde lampje C.
4 ) Plaats het scherm weer in de zit-
ting.
5) Monteer het plafondlampje:
plaats eerst de zijde Ddruk vervol-
gens op de andere zijde totdat de
borgveer Ais vastgehaakt. PORTIERVERLICHTING
(fig. 65)
Gloeilamp vervangen:
1 ) Verwijder het plafondlampje door
met een schroevendraaier de borgveer
A in te drukken.
2 ) Druk op beide zijden van het
scherm Bbij de bevestigingspunten en
draai het scherm om het lampje te be-
reiken.
3) Vervang het geklemde lampje C.
4 ) Plaats het scherm Bweer in de
zitting.
5) Monteer het plafondlampje:
plaats eerst de zijde Den druk ver-
volgens op de andere zijde totdat de
borgveer Ais vastgehaakt. VERLICHTING
BUITENSPIEGELS
(fig. 66)
Gloeilamp vervangen:
1 ) Licht het lampenglas met een
schroevendraaier bij punt Aop.
2 ) Verwijder de lamphouder Bdoor
hem linksom te draaien.
3) Vervang het geklemde lampje C.
4 ) Monteer de lamphouder en draai
hem rechtsom.
5) Monteer het lampenglas: plaats
eerst de zijde Den druk vervolgens op
de andere zijde totdat het lampenglas
vastzit.
fig. 65
L0A0138b
fig. 66
L0A0141b
fig. 64
L0A0140b
Page 299 of 382

295
EEN DOOR -
GEBRANDE
ZEKERING
ALGEMENE AANWIJZINGEN
(fig. 67)Het elektrische systeem wordt door
zekeringen beveiligd: de zekering
brandt door bij een storing of bij on-
eigenlijk gebruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet
werkt, controleer dan eerst of de ze-
kering niet is doorgebrand. De ver-
bindingsstrip mag niet onderbroken
zijn. Is dit wel het geval, dan moet u
de zekering vervangen door een exem-
plaar met dezelfde stroomsterkte
(ampère) (zelfde kleur). A
- Zekering in goede staat
B - Zekering met doorgebrande
strip.
Verwijder een zekering met behulp
van het tangetje C, uit de zekeringen-
kast.
Controleer voordat u een
zekering vervangt of de
contactsleutel uit het con-
tactslot is genomen en alle stroom-
gebruikers uit staan en/of zijn uit-
geschakeld.
fig. 67
L0A0127b
Vervang een defecte ze-
kering nooit door ander
materiaal. Gebruik altijd
een zekering met dezelfde kleur.
Vervang een zekering
nooit door een zekering
met een hogere stroom-
sterkte (ampère): BRANDGEVAAR! Als een hoofdzekering
(MIDI-FUSE of MEGA-
FUSE) doorbrandt, voer
dan niet zelf reparatiewerkzaam-
heden uit maar wendt u tot de
Lancia-dealer.
Als de zekering opnieuw
doorbrandt, wendt u dan
tot de Lancia-dealer.
Page 300 of 382

296
PLAATS VAN DE
ZEKERINGENDe belangrijkste zekeringen van de
THESIS zijn in vier zekeringenkast-
jes geplaatst, aan de linkerzijde van
het dashboard, in de motorruimte, op
de accu en in het servicevak rechts in
de bagageruimte.
HOOFDZEKERINGEN (MIDI-
FUSE en MEGA-FUSE)
De auto is uitgerust met diverse
hoofdzekeringen (MIDI-FUSE en
MAXI-FUSE). Deze zekeringen be-
veiligen afzonderlijk de verschillende
componenten van het elektrische sys-
teem, samen met de zekeringen van
de individuele stroomverbruikers.
De hoofdzekeringen bevinden zich
links in de bagageruimte, in een kastje
op de pluspool van de accu en zijn daar
direct mee verbonden. Toegang tot de zekeringen:
1
) Open het kofferdeksel.
2 ) Draai knop A(fig. 68) los en ver-
wijder de bescherming Bvan de accu.
3 ) Druk op de lippen A(fig. 69 ) en
verwijder het deksel B. De systemen en componenten die
door de hoofdzekeringen ( fig. 70)
worden beveiligd, staan in de tabellen
op de volgende pagina’s.
fig. 68
L0A0030b
fig. 69
L0A0031b
fig. 70
L0A0142b
Page 301 of 382

297
ZEKERINGEN IN DE
ZEKERINGENKAST OP HET
DASHBOARDDe zekeringen van de belangrijkste sys-
temen bevinden zich in een zekeringen-
kastje links van het stuurwiel op het
dashboard, achter het opbergvak ( fig.
72 ).
De zekeringen zijn bereikbaar nadat
het opbergvak A(fig. 71) is verwij-
derd door met een schroevendraaier
de twee bevestigingspennen Blos te
draaien. Deze zijn bereikbaar als het
vak is geopend. Maak na het vervan-
gen van de zekeringen het opbergvak
weer vast met de twee pennen.
In het zekeringenkastje bevindt zich
een tangetje waarmee de zekeringen
kunnen worden uitgenomen. In het bovenste deel van het zeke-
ringenkastje zijn naast elkaar de re-
servezekeringen geplaatst A(fig. 72)
met verschillende stroomsterkte.
De systemen die door de zekeringen
( fig. 73) worden beveiligd, staan in de
tabellen op de volgende pagina’s. BELANGRIJK
Het is raadzaam om
na het vervangen van een zekering de
reservevoorraad weer aan te vullen.
ZEKERINGEN IN DE ZEKERIN-
GENKAST IN DE MOTORRUIMTE
Het zekeringenkastje bevindt zich
links in de motorruimte.
De zekeringen zijn bereikbaar nadat
het deksel A(fig. 74) is verwijderd
door de borgveren Blos te haken.
fig. 71
L0A0144b
fig. 72
L0A0143b
fig. 73
L0A0265b
fig. 74
L0A0145b
Page 302 of 382
298
De systemen die door de zekeringen
( fig. 75) worden beveiligd, staan in de
tabellen op de volgende pagina’s.
Maak na het vervangen van de ze-
keringen het deksel weer vast met de
borgveren. ZEKERINGEN IN DE
BAGAGERUIMTE
De zekeringenhouder ( fig.77) be-
vindt zich rechts in de bagageruimte,
in het servicevak.
Draai, om het klepje van het servi-
cevak te openen, met de contactsleu-
tel de sluiting A(fig. 76) in stand 1
en trek het klepje omlaag. Aan de zijkanten van de houder, in
verticale stand, zijn de reservezeke-
ringen met verschillende stroom-
sterktes (ampère) geplaatst.
De systemen die door de zekeringen
( fig. 78) worden beveiligd, staan in de
tabellen op de volgende pagina’s.
fig. 75
L0A0267b
fig. 76
L0A0275b
fig. 77
L0A0146b
fig. 78
L0A0266b
Page 303 of 382
299
MIDI-FUSE en MEGA-FUSE
Zekeringenkast dashboard 1
Zekeringenkast dashboard 2
Zekeringenkast bagageruimte
Zekeringenkast motorruimte
Zekering
1
2
3
4
Ampère
70
50
60
150
Plaats
fig. 70
fig. 70
fig. 70
fig. 70
Buitenverlichting
Bediening buitenverlichting (afstelling schemersensor)
Richtingaanwijzers (pijlen)
Grootlicht rechts
Grootlicht links
Dimlicht rechts
Dimlicht links
Achteruitrijlichten
Derde remlicht
Waarschuwingsknipperlichten
Mistlampen
Zekering
23
16 8
10
24
25
21
14
16
14
Ampère
7.5 10
10
10
15
15
7.5 10
10
15
Plaats
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 75
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 75
Page 304 of 382
300
Systeem/component en gebruikers
Vrij
Aansteker
Airbag
Voeding knooppunt bagageruimte 1
Voeding knooppunt bagageruimte 2
Versterker hifi-audiosysteem
Hoofdsteunen achter (omlaag zetten)
Bagageruimte (actuator elektrisch bediend slot)
Bobines (benzine-uitvoeringen)
Spoelen van relais zekeringenkast motorruimte
Zekering
1
6
8
12
17
18
21
23
22
18
9
5
7
3
11
19
21
Ampère
–
–
–
–
–
–
–
–
20
7.5 20
20
25
25
20
15
7.5
Plaats
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 78
fig. 75
fig. 73
Interieurverlichting
Bagageruimteverlichting
Plafondverlichting achter
Motorruimteverlichting
Portierverlichting
Zekering
13
13
6
13
Ampère
10
10
10
10
Plaats
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73