1- 36 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B240B02L
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in
het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid of nadat de motor is gestart en dooft vervolgens.
De airbageenheden bevinden zich in
o De airbags, vóór, worden niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of van achteren of bij het over de kop slaan. Bovendien worden ze niet geactiveerd bijfrontale botsingen die beneden de drempelwaarde liggen.
o Voor een maximale veiligheid bij alle typen aanrijdingen moetenalle inzittenden, inclusief de bestuurder, altijd de veiligh-eidsgordel dragen. Dit geldt ook indien hun zitplaats is voorzien van een airbag.
HTB203
Aanrijding van achteren
Aanrijding van opzij Over de kop slaan B240B01FC-GXT Componenten en werking van airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit de volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
Het airbagmoduul controleert bij aangezet contact continu alle omstandigheden om te bepalen of een frontale aanrijding of een aanrijdingonder een hoek ernstig genoeg is om de airbag in werking te laten treden.
B240B01L
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
36
1- 48 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
SB210C1-FX
Onderhoudsindicatie
(SRI) van airbagsysteem
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid of nadatde motor is gestart en dooft vervolgens. Deze onderhoudsindicatie gaat eveneens branden als het airbagsysteem niet correct werkt. Alsbij het aanzetten van het contact of het starten van de motor de onderhoudsindicatie niet gaat brandenof continu blijft branden nadat ze gedurende 6 seconden heeft gekni- pperd, of wanneer ze gaat brandentijdens het rijden, moet het airbagsysteem worden gecontroleerd door een officiële Hyundai dealer. B260P02Y-GXT
Controlelamp abs (Indien gemonteerd)
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, zal de controlelamp voor het ABS gaan branden en na enkele seconden doven. Als decontrolelamp blijft branden, gaat branden tijdens het rijden of niet gaat branden als de contactsleutel in destand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat er een storing in het ABS systeem is opgetreden. Laat uw autoin dit geval zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren. Het normale remsysteem blijft echterwerken, maar zonder de assistentie van het ABS systeem.B230T01NF-GAT "Passagiersairbag off"-
lamp (Indien gemonteerd)
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
gedurende ongeveer 4 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat demotor is gestart. Vervolgens dooft de lamp na 3 seconden.
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
ook branden als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag in de stand "OFF" staat en brandtniet als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag in de stand "ON" staat.
LET OP:
Bij een storing in de AAN/UIT-
schakelaar voor de passagiersairbag gaat de "passagiersairbag OFF"-lamp niet branden en wordt de passagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ook als deAAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat.!
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
48
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 49
!
B260C01A-AXT
Ontrolelamp overdrive (Alleen automatischetransmissie)
Als de overdriveschakelaar in de stand "ON" staat en de vierde versnelling is ingeschakeld dooft deze controlelamp. Deze controlelamp gaatbranden zodra de overdrive-schakelaar in de stand "OFF" staat.
WAARSCHUWING:
Als de waarschuwingslampen voor ABS SRI en handrem/remvlo- eistofpeil beide blijven branden methet contactslot in de stand "ON", of tijdens het rijden gaan branden, betekent dit dat er mogelijk eenstoring is in het EBD-systeem (elektronische remkracht-verdeling). Indien dit het geval is moet sterk afremmen worden voorkomen en moet de auto zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd. SB210G1-FX
Controlelamp richtingaanwijzers
Als de richtingaanwijzers worden
ingeschakeld gaat deze groene controlelamp knipperen. Als de lamp wel brandt, maar niet knippert, snellerknippert dan normaal of niet brandt, geeft dit een storing in de richting- aanwijzerinstallatie aan.
SB210J1-FX Controlelamp grootlicht
Deze controlelamp gaat branden
zodra het grootlicht wordt inges- chakeld of als een lichtsignaal wordt gegeven. SB210K1-FX
Controlelamp oliedruk
LET OP:
Als deze lamp bij draaiende motor gaat branden moet de motor directworden afgezet teneinde ernstige motorschade te voor-komen. Deze controlelamp gaat branden als deoliedruk te laag is. De lamp gaat branden zodra het contact wordt aangezet, maar moet doven als demotor is gestart. Blijft deze lamp bij draaiende motor branden, dan bevindt zich een ernstige storingin het smeer-systeem van de mo- tor. Is dit het geval, dan moet de motor direct worden afgezet en moet het oliepeil worden gecontroleerd. Alshet oliepeil te laag is, moet de voorgeschreven olie worden bijgevuld en moet de motoropnieuw worden gestart. Als de controlelamp blijft branden moet de motor direct worden afgezet.Raadpleeg in dat geval een officiële Hyundai dealer.!
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
49
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 51
SB210P1-FX
Ontrolelamp
benzine- reserve
Deze lamp gaat branden zodra de reserve-inhoud van de tank wordt bereikt. Tank in dit geval zo spoedigmogelijk. Als de naald van debenzinemeter op "E" of lager staat,kan dit het overslaan van de motor en daarmee een storing aan de katalysator tot gevolg hebben.
B260K01B-GXT
Waarschuwingslamp
geopend achterklep
Deze waarschuwingslamp brandttotdat de achterklep volledig gesloten is.
SB210O1-FX Ontrolelamp voor niet
goed gesloten portieren
Als een portier niet geheel gesloten is gaat deze controlelamp branden.
B260N02FC-GXT Storingscontlamp
Deze lamp brandt als er een storing
is geregistreerd die invloed heeft op de uitlaatgassen; hiermee wordt aangegeven dat de storing in hetsysteem een negatieve invloed heeft op de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Hij gaat brandenwanneer het contact wordt aangezet en hij gaat vervolgens uit na het starten van de motor. Als hij gaatbranden tijdens het rijden of wanneer hij niet gaat branden als het contact wordt aangezet, moet u het systeemdoor de dichtstbijzijnde Hyundai dealer laten controleren.
*1) Als het contactslot binnen 1 minuut van de stand "OFF" in de stand "ON" is gezet.
*2) Als de snelheid hoger wordt dan
9 km/h, dan klinkt ook de gordel-waarschuwingszoemer gedurende 1~2 minuten. Als de snelheid lager is dan 9 km/h, dan klinktna 1 minuut ook de gordel- waarschuwingszoemer gedurende 1~2 minuten.
De gordel-waarschuwingslamp en -geluidsignaal worden ingeschakeld, zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
B265E01TB-GXT
Gordel-
waarschuwingslamp
en- geluidssignaal
Situatie bestuurder Gordel-
waarschuwingslamp
Contacteur
d’allumage
Gordel
Gaat branden tot omgelegd
Niet omgelegd
Omgelegd
Niet omgelegd AAN
AAN AAN * 1
Omgelegd Niet omgelegd Gaat 6 sec. branden
Knipperen tot omgelegd
Knipperen tot omgelegd* 2
AAN
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
51
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 53
B260U01TB-GXT
Controlelamp immobi- lizer (Diefstalbeveiliging)
Deze controlelamp gaat enkele seconden branden nadat de contactsleutel in stand "ON" is gedraaid. U kunt nu de motor starten.De controlelamp dooft zodra de mo- tor loopt. Als de controlelamp dooft voordat de motor wordt gestart, moetu de contactsleutel in stand "LOCK" draaien en de motor opnieuw starten. Als de controlelamp gedurende 5seconden gaat knipperen wanneer de sleutel in stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat hetimobilizer-systeem niet werkt. Raadpleeg de uitleg van de "Limp home"-procedure (noodloop-procedure,zie pag. 1-5) of wend u tot uw Hyundai- dealer.B265A01B-GXT Waarschuwingslamp Water InBrandstoffilterrode(Dieselmotor)
Deze lamp gaat branden zodra het con- tact in de stand "ON" wordt gezet en gaat weer uit zodra de motor draait.Indien deze lamp oplicht terwijl de mo- tor draait, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter heeft verzameld; tapdit water uit het filter af. (Zie het hoofdstuk "6-29p").B260S01B-GXT Controlelamp
voorgloeien
(Diesel motor)
De controlelamp gaat oranje branden
als het contactslot in de "ON" stand wordt gedraaid. De motor kan worden gestart nadat de controlelamp voorhet voorgloeien is gedoofd. De duur van het branden varieert
met de koelvloeistoftemperatuur,luchttemperatuur en conditie van de accu. N.B.:
Als de motor niet na 10 seconden
start, draai dan de contactsleutel eerst in de stand "LOCK", zet hem vervolgens weer in de "START" stand om het opnieuw te proberen.
B290A01TB-AXT Koelvloeistof-
temperatuur-indicatie
WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet bij
een warme motor. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit hetsysteem spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht totdat de motor is afgekoeld,voordat de radiateurdop wordt verwijderd.
!
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
53
1- 58 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
HTB2025
1. Buitentemperatuur Deze functie geeft de buiten- temperatuur aan tussen -40°C (-40°F) en 75°C (167°F) .
2. Resterende afstand
o Deze functie geeft de geschatte
resterende afstand aan die met de huidige hoeveelheid brandstofgereden kan worden.
o Wanneer meer dan 6 liter wordt
bijgetankt, wordt dit door de tripcomputer als zodanig herkend.
o Als de accu opnieuw is geplaatst nadat deze is ontladen oflosgekoppeld, dient u meer dan 32 km te rijden voor een juisteschatting van de resterende afstand.
N.B.:
o Wanneer de te rijden afstand tot een lege tank minder is dan 50 km zal het "---" symbool knipperend in het display verschijnen en blijven knipperentotdat er brandstof getankt wordt.
o De resterende afstand kan
afwijken van de daadwerkelijkeafstand, afhankelijk van de rij- omstandigheden.
o De resterende afstand kan variëren afhankelijk van rij- omstandigheden, rij-patroon ensnelheid.
HTB2024
L/100km =Totaal brandstofverbruik (L) x 100 Totaal afgelegde afstand (km)
B400B05TB-1
3. Gemiddeld verbruik
o Deze functie geeft het gemiddelde
verbruik aan sinds de laatste re- set.
o De waarde wordt per 10 seconde weergegeven nadat meer dan 50m of gedurende 10 sec. is gereden.
o Berekening:
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
58
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 59
SB220A1-FX MULTISCHAKELAAR (RICHTINGAANWIJZERS,GROOT EN DIMLICHT)Richtingaanwijzers Door de schakelaar naar beneden te
bewegen werken de richting- aanwijzers aan de linkerzijde van de wagen. Door de schakelaar naarboven te drukken werken de richting- aanwijzers aan de rechterzijde.
Nadat het stuurwiel in de rechtuit
stand terug komt, keert de schakelaar automatisch in de middenstand terugwaardoor tegelijkertijd de richting- aanwijzers worden uitgeschakeld. Als de controlelamp sneller dan normaalknippert, blijft branden of niet brandt, geeft dit een storing in de richtingaan- wijzerinstallatie aan. Controleer dezekering, de gloeilampen of raadpleeg uw Hyundai dealer. B340B01A-AXTRichtingaanwijzers voor kleine
richtingveranderingen
Voor het veranderen van rijbaan e.d.
is het voldoende de schakelaar zover te bewegen tot de richtingaanwijzersin werking treden. Na het loslaten keert de schakelaar automatisch in de ruststand terug.
HTB018
4. Afgelegde afstand
HTB2026
o Deze functie geeft de totale afgelegde afstand aan sinds de laatste reset.
o Als de afgelegde afstand wordt
weergegeven en de trip-schakelaarlanger dan 1 seconde wordt ingedrukt, dan wordt de weergave van de afgelegde afstand op nulgezet.
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
59
1- 62 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B350C01FC-GXT REGELBARE INTERVALSCHAKELING VAN DE RUITENWISSERS
(Indien gemonteerd) Voor het gebruik van de intervalschakeling plaatst u de ruitenwisserschakelaar in de "INT"stand. Met de schakelaar in deze stand kan de intervaltijd worden ingesteld van 1 tot 18 seconden. B350A01TB-AXT SCHAKELAAR VOOR ACHTERRUITWISSERENSPROEIER
HTB020A
HTB023A
1. : Als de schakelaar voor de achterruitwisser in deze stand wordt gedrukt, wordt vloeistof op de ruit gespoten en treedt deruitenwisser in werking.
2. ON : Als de schakelaar in de stand
"ON" staat, werkt de achter-ruitwisser continu.
3. OFF SB240A1-FX WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHT-
INSTALLTIE
HTB2031
De waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie mag alleen worden gebruikt indien de auto zodanig geparkeerdstaat dat dit gevaar op kan leveren. Zet in zo'n geval uw auto altijd zover mogelijk van de weg af. Dealarmknipperlichten worden ingeschakeld door de alarmknop in te drukken. Hierdoor gaan allerichtingaanwijzers knipperen. De installatie werkt ook als de sleutel niet in het contact steekt. Om deinstallatie uit te schakelen moet nogmaals de knop worden ingedrukt.
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:54 AM
62