Page 29 of 128
Bediening
Bediening
Contact-/stuurslot . . .................. 28
Multifunctioneel display . . ............ 29
Verlichting ........................... 31
Richtingaanwijzers . . ................. 32
Noodstopschakelaar ................. 32
BMW Motorrad ABS
SU
.............. 33
Spiegels . ............................ 33
Veervoorspanning . . . ................. 34
Demping . ............................ 35
Banden . . ............................ 36
Koplamp . ............................ 36
Buddyseat ........................... 37
427zBediening
Page 30 of 128
Contact-/stuurslotSleutelsU ontvangt een hoofdsleutel en
een reservesleutel.
Het contact- en stuurslot, het
tankdopslot, alsmede het bud-
dyseatslot worden met dezelfde
sleutel bediend.Contact inschakelenSleutel in stand1draaien.
Stadslicht en alle circuits inge-
schakeld.
De motor kan worden gestart. Pre-Ride-check wordt uitge-
voerd. ( 43)
Met SU BMW Motorrad ABS: Sleutel in stand 1draaien.
Naast de hierboven genoemde
punten wordt de ABS-zelfdia-
gnose uitgevoerd. ( 44)
Contact uitschakelenSleutel in stand 2draaien.
Licht uitgeschakeld.
Stuurslot ontgrendeld.
De sleutel kan worden verwij-
derd.
Stuurslot vergrendelenHet stuur tot de aanslag naar
links draaien.
Sleutel in stand 3draaien, hier-
bij het stuur wat bewegen.
Contact, verlichting en alle cir-
cuits uitgeschakeld.
Stuurslot vergrendeld.
De sleutel kan worden verwij-
derd.
428zBediening
Page 35 of 128
BMW Motorrad ABS
SU
ABS-functie uitschakelenContact inschakelen resp. mo-
torfiets stoppen.
Toets ABS1ingedrukt hou-
den.
Waarschuwingslamp ABS
gaat branden.
ABS-toets binnen vijf seconden
loslaten.
ABS-functie uitgeschakeld. Waarschuwingslamp ABS
blijft branden
ABS-functie inschakelenToets ABS 1ingedrukt hou-
den.
Waarschuwingslamp ABS
dooft, bij een niet afgeslo-
ten zelfdiagnose gaat deze knip-
peren.
ABS-toets binnen vijf seconden
loslaten.
ABS-controlelamp blijft uit resp.
blijft knipperen.
ABS-functie ingeschakeld.
Als alternatief voor het bedie-
nen van de ABS-toets kan ook
het contact uit- en weer inge-
schakeld worden. Als de ABS-lamp na het
uitschakelen en weer in-
schakelen van het contact blijft
branden, is een ABS-storing
aanwezig.
SpiegelsSpiegel verstellenSpiegel door verdraaien in de
gewenste positie brengen.
433zBediening
Page 45 of 128

Met SU BMW Motorrad ABS:Contact inschakelen.
Pre-Ride-check wordt uitge-
voerd. ( 43)
ABS-zelfdiagnose wordt uitge-
voerd ( 44)
Wachten tot de waarschu-
wingslamp koelvloeistoftem-
peratuur niet meer knippert.
Na het inschakelen van
het contact wordt de re-
gelaar stationair toerental ge-
positioneerd. Als de positione-
ring langer duurt dan de Pre-
Ride-Check, wordt dit aange-
geven door het knipperen van de
waarschuwingslamp koelvloei-
stoftemperatuur. Deze procedu-
re moet worden afgewacht, om
problemen tijdens het rijden te
voorkomen. Startknop
1bedienen.
Bij zeer lage buitentempe-
raturen kan het nodig zijn
om de gashendel bij het starten
te bedienen. Bij temperaturen
lager dan 0 °C na het inschake-
len van het contact de koppeling
bedienen.
Als de motor niet aanslaat,
hoewel de startmotor draait,
kan onvoldoende accuspanning
de oorzaak zijn. Voor verdere
startpogingen de accu opladen of
starthulp laten geven.
De motor slaat aan. Als de motor niet aanslaat, kan
de storingstabel uitkomst bie-
den. ( 98)
Pre-Ride-checkNa het inschakelen van het
contact voert het instru-
mentenpaneel een test uit
van de waarschuwings- en
controlelampjes en het display,
de "Pre-Ride-Check"
Fase 1:
Gedurende korte tijd worden alle
waarschuwings- en controlelam-
pen alsmede alle segmenten van
het multifunctioneel display inge-
schakeld.
Fase 2:
Gedurende korte tijd worden de
in het instrumentenpaneel opge-
slagen bandenkengetallen weer-
gegeven.
Vervolgens gaat het instrumen-
tenpaneel over naar de normale
modus.
543zRijden
Page 46 of 128

Als een van de waarschuwings-
en controlelampen niet ging
branden of niet alle segmenten
van het multifunctioneel display
niet worden ingeschakeld:Indien één van de waar-
schuwingslampen niet kan
worden ingeschakeld, kunnen
mogelijke functiestoringen niet
worden weergegeven.
Opletten of alle waarschuwings-
en controlelampen worden
weergegeven.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.ABS-zelfdiagnose
SU
De juiste werking van het BMW
Motorrad ABS wordt door de
zelfdiagnose gecontroleerd. De
zelfdiagnose vindt automatisch
plaats na het inschakelen van het
contact. Voor de controle van de wielsensoren moet de motorfiets
enkele meters rijden.
Fase 1:
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand. Waarschuwingslamp ABS
knippert.
Fase 2: Controle van de wielsensoren
bij het wegrijden. Waarschuwingslamp ABS
knippert.
ABS-zelfdiagnose afgesloten. De ABS-waarschuwingslamp
dooft.
Indien na het afsluiten van de
ABS-zelfdiagnose een ABS-sto-
ring wordt weergegeven: Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ABS-
functie ter beschikking staat.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen, bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
InrijdenDe eerste 1000 kmTijdens de inrijperiode veelvul-
dig met wisselende belasting
en toerentallen rijden.
Kies indien mogelijk bochti-
ge en licht geaccidenteerde
wegen, bij voorkeur geen auto-
snelwegen.
Het overschrijden van de
inrijtoerentallen verhoogt de
motorslijtage.
De voorgeschreven inrijtoerental-
len aanhouden.
Tijdens de inrijperiode de aan-
gegeven snelheidslimieten in
elke versnelling niet overschrij-
den.
544zRijden
Page 48 of 128

kan de remkracht niet volledig
op het wegdek worden overge-
bracht. Om ervoor te zorgen dat
het voorwiel niet blokkeert, moet
het ABS ingrijpen en wordt de
remdruk gereduceerd; de rem-
weg wordt langer.Pasafdalingen
Indien bij pasafdalingen uit-
sluitend achter wordt ge-
remd, bestaat het gevaar van
remkrachtverlies. Onder extreme
omstandigheden kan dit tot on-
herstelbare schade aan de rem-
men door oververhitting leiden.
Voor- en achterwielrem bedienen
en motorremwerking gebruiken.
Natte remmen
Na het wassen van de mo-
torfiets, na het rijden door
water of bij regen kan de rem-
werking vanwege natte remschij-
ven en -blokken vertraagd inzet-
ten. Voortijdig remmen, tot de
remmen zijn opgedroogd of
drooggeremd.
Stooizoutaanslag op de
remmen
Bij het rijden op wegen
waarop zout is gestrooid,
kunnen de remmen later aangrij-
pen als gedurende langere tijd
niet wordt geremd.
Voortijdig remmen, tot de zout-
laag op de remschijven en rem-
blokken is weggeremd.
Olie of vet op de remmen
Olie en vet op remschijven
en -blokken beïnvloeden de
remwerking zeer negatief.
Vooral na reparatie- en onder-
houdswerkzaamheden erop let-
ten dat remschijven en remblok-
ken vrij van olie en vet zijn.
Vervuilde remmen
Bij het rijden op onverhar-
de, stoffige of modderige
wegen kunnen de remmen door
de vervuilde remschijven en rem-
blokken later aangrijpen.
Vroeg remmen, tot de remmen
zijn schoongeremd.
Rijden op onverharde, stof-
fige of modderige wegen
leidt tot verhoogde slijtage van
de remblokken.
Remblokdikte vaker controleren
en remblokken eerder
vervangen.
Motorfiets neerzettenOp de zijstandaard
plaatsen
Op een losse ondergrond
staat de motorfiets niet vei-
lig.
De standaard moet altijd op een
546zRijden
Page 51 of 128
Techniek in detail
Techniek in detail
Remsysteem met BMW Motorrad
ABS
SU
............................... 50
649zTechniek in detail
Page 52 of 128

Remsysteem met BMW
Motorrad ABS
SU
Hoe werkt het ABS?De maximaal op het wegdek
overdraagbare remkracht is o.a.
afhankelijk van de wrijvingswaar-
de van het oppervlak van het
wegdek. Grind, ijs en sneeuw
en een nat wegdek hebben een
aanzienlijk slechtere wrijvings-
waarde dan een droog en schoon
wegdek. Hoe slechter de wrij-
vingswaarde van het wegdek,
hoe langer de remweg wordt.
Indien bij een verhoging van de
remdruk door de berijder de
maximaal overdraagbare rem-
kracht wordt overschreden, be-
ginnen de wielen te blokkeren
en gaat de rijstabiliteit verloren;
onderuitgaan kan het gevolg zijn.
Voordat deze situatie optreedt,
grijpt het ABS in en past de rem-
druk aan de maximaal overdraag-
bare remkracht aan, zodat dewielen blijven draaien en de rij-
stabiliteit behouden blijft.
Wat gebeurt bij
oneffenheden in het
wegdek?Door oneffenheden in het weg-
dek kan kortstondig contactver-
lies tussen band en wegdek ont-
staan en wordt de overdraagbare
remkracht tot nul gereduceerd.
Indien in deze situatie wordt ge-
remd, moet het ABS de remdruk
reduceren om de rijstabiliteit bij
het herstel van het contact met
het wegdek te garanderen. Hier-
bij moet het BMW Motorrad In-
tegral ABS uitgaan van extreem
lage wrijvingswaarden (grind, ijzel,
sneeuw), zodat de wielen in alle
denkbare situaties blijven draaien
om de rijstabiliteit te waarborgen.
Na het herkennen van de werke-
lijke omstandigheden regelt het
systeem de optimale remdruk in.
Omhoogkomen van het
achterwielBij een goede grip tussen ban-
den en wegdek blokkeert het
voorwiel pas laat of zelfs hele-
maal niet als fors wordt geremd.
Zodoende hoeft het ABS pas
zeer laat of helemaal niet in te
grijpen. In deze situatie kan het
achterwiel van de weg loskomen,
wat tot het over de kop slaan van
de motorfiets kan leiden.
Sterk afremmen kan ertoe
leiden dat het achterwiel
van het wegdek loskomt.
Bij het remmen er rekening mee
houden dat de ABS-regeling niet
in alle gevallen kan voorkomen
dat het achterwiel van de grond
loskomt.
650zTechniek in detail