WEGWIJS IN UW AUTO
120
SEQUENTIËLE WERKING
(HANDMATIG)
Als het systeem handmatig (MANUAL)
wordt bediend, dan wordt op het display de
ingeschakelde versnelling weergegeven.
Bij deze bedieningswijze ligt de beslissing
om over te schakelen bij de bestuurder.
Overschakelen kan plaatsvinden met be-
hulp van:
– de pook op de middenconsole
( A-fig. 134);
– de hendels op het stuurwiel
( fig. 135). Als een schakelcommando van de be-
stuurder de juiste werking van de motor en
de versnellingsbak in gevaar brengt, dan
weigert het systeem het commando, echter
er wordt automatisch teruggeschakeld als
de motor het stationair toerental bereikt
(bijv. bij afremmen).
In deze gevallen waarschuwt het systeem
de bestuurder dat het niet mogelijk is het
schakelcommando uit te voeren via een be-
richt op het display en een geluidssignaal.
De handmatige bediening MANUAL
wordt ingeschakeld, als bij ingeschakelde
CITY-functie nogmaals knop CITY (B-fig.
136) wordt ingedrukt en daarmee de hier-
voor gekozen functie wordt uitgeschakeld. Tijdens het overschakelen hoeft het gas-
pedaal niet losgelaten te worden, omdat Se-
lespeed direct de motor op de volgende wij-
ze bedient:
– verlagen en vervolgens verhogen van
het motorkoppel;
– aanpassen van het toerental aan de
nieuwe versnelling.
Bij terugschakelen wordt automatisch het
toerental verhoogd, zodat het toerental is
aangepast aan de nieuwe versnelling.
De schakelopdracht voor de vrijstand (N )
wordt bij iedere snelheid van de auto geac-
cepteerd.
Het systeem kan alleen in de achteruit ( R)
worden gezet als de auto nagenoeg stil-
staat.
fig. 134
A0A0097m
fig. 135
A0A1075m
fig. 136
A0A1121m
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 120
WEGWIJS IN UW AUTO
Als het gaspedaal meer dan 60% van de
totale slag is ingetrapt en bij een toerental
hoger dan 5000 t/min, vindt het over-
schakelen sneller plaats. Als de HAND-
MATIGE bediening is ingeschakeld, dan
zijn er enige voorzieningen/beveiligingen
die het rijden makkelijker maken:
– tijdens het afremmen ontkoppelt de kop-
peling en wordt automatisch teruggescha-
keld, zodat de juiste versnelling is inge-
schakeld als weer moet worden opgetrok-
ken; als de auto tot stilstand wordt gebracht,
wordt automatisch de eerste versnelling (1 )
ingeschakeld;
– als geschakeld wordt naar een versnel-
ling terwijl de motor niet met het geschik-
te toerental draait (te hoog of te laag), dan
wordt de schakelopdracht niet uitgevoerd;
– als het overschakelen niet direct lukt,
dan probeert het systeem het eerst opnieuw
en, als het nog niet lukt, schakelt vervolgens
de eerstvolgende hogere versnelling in, zo-
dat de auto niet in de vrijstand blijft rijden.
BELANGRIJK Het verdient aanbeveling
om het overschakelen geheel te laten vol-
tooien voordat een nieuwe schakelopdracht
wordt gegeven. Voorkom dat snel achter el-
kaar wordt geschakeld.AUTOMATISCHE WERKING
(CITY)
De automatische werking CITY wordt in-
geschakeld, als u knop (A-fig. 137) naast
de versnellingspook indrukt.
Op het display verschijnt naast de inge-
schakelde versnelling het opschrift CITY.
Het systeem schakelt direct over, afhan-
kelijk van het motortoerental en de rijstijl.
Als u het gaspedaal snel loslaat, dan scha-
kelt het systeem geen hogere versnelling in,
zodat op de motor kan worden afgeremd.
fig. 137
A0A1121m
STORINGSMELDINGEN
Storingen in de Selespeed versnellingsbak
worden aangegeven door het waarschu-
wingslampje
t( fig. 137/a), een sto-
ringsmelding en een geluidssignaal.
fig. 137/a
A0A9118i
Bij een storing aan de versnellingspook,
schakelt het systeem automatisch de auto-
matische werking CITY in, zodat de dichtst-
bijzijnde Alfa Romeo-dealer bereikt kan wor-
den en de storing kan worden verholpen.
Als het lampje tgaat
branden en de melding op
het display verschijnt, dient u zich zo snel mogelijk tot de Alfa Ro-meo-dealer te wenden om de sto-ring te laten verhelpen.
ATTENTIE
121
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 121
WEGWIJS IN UW AUTO
122
Bij een storing aan andere componenten
van de versnellingsbak kunnen slechts en-
kele versnellingen worden ingeschakeld: de
eerste versnelling (1 ), de tweede versnel-
ling (2 ) en de achteruit (R ). – het systeem automatisch de vrijstand (N
)
inschakelt, nadat:
het gaspedaal en/of rempedaal gedurende
ten minste 3 minuten niet worden bediend;
het rempedaal langer dan 10 minuten wordt
ingetrapt;
het bestuurdersportier wordt geopend en het
gas- en rempedaal ten minste 1,5 seconde niet
worden ingetrapt;
een storing aan de versnellingsbak is gesig-
naleerd;
– bij een storing in de versnellingsbak.
PARKEREN
Om de auto veilig te parkeren moet beslist de
eerste versnelling (1 ) of de achteruit (R) wor-
den ingeschakeld. Als u op een helling parkeert,
moet ook de handrem worden aangetrokken.
Als de motor wordt uitgezet op een helling bij
een ingeschakelde versnelling, dan is het be-
slist nodig om te wachten tot het display dooft
voordat het rempedaal wordt losgelaten. Hier-
door heeft de koppeling de tijd om volledig aan
te grijpen.
Als de versnellingsbak in de vrijstand ( N) staat
en u wilt een versnelling inschakelen om te par-
keren, dan moet u het systeem inschakelen,
het rempedaal intrappen en de versnelling (1 )
of (R ) kiezen. BELANGRIJK Verlaat de au-
to NOOIT als de versnellingsbak in de vrijstand
( N ) staat.
WAARSCHUWINGEN MET
GELUIDSSIGNALEN
De waarschuwingszoemer wordt inge-
schakeld als:
– de achteruit (R ) is ingeschakeld;
– de auto wordt stilgezet in de vrijstand
( N ); dit signaal wordt gegeven als de con-
tactsleutel in stand STOP wordt gedraaid;
– tijdens het wegrijden een oververhitte
koppeling wordt gesignaleerd;
SLEPEN VAN DE AUTO
BELANGRIJK Houdt u bij het slepen van
de auto aan de wettelijke voorschriften. Con-
troleer of de versnellingsbak in de vrijstand
( N ) staat (controleer of de auto rolt als er
tegen wordt geduwd) en sleep de auto zo-
als een auto met een handgeschakelde ver-
snellingsbak (zie het hoofdstuk “Noodge-
vallen”).
Als de versnellingsbak niet in de vrijstand
kan worden gezet, dan mag de auto niet
worden gesleept; wendt u in dat geval tot
de Alfa Romeo-dealer.
Wendt u bij een storing
(aan welke component dan
ook) van de versnellingsbak zo snel mogelijk tot de Alfa Romeo-dealer om het systeem te latencontroleren.
ATTENTIE
Start de motor niet tijdenshet slepen van de auto.
ATTENTIE
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 122
WEGWIJS IN UW AUTO
ACHTERZIJDE OMHOOG KAN-
TELEN
Als de contactsleutel in stand MAR
staat, kan de bedieningsknop ( A-fig.
156) worden verdraaid in de richting van
de pijl en kan een keuze worden gemaakt
uit 3 openingsstanden.
Zet voor het sluiten van het dak, bedie-
ningsknop (A) in de middelste stand.
BEDIENING IN NOODGEVAL-
LEN
Als het elektrische bedieningsmechanis-
me niet werkt, dan kan het opendak op
de volgende manier handmatig worden
bediend:
– maak het paneel ( A-fig. 157) op
de door de pijlen aangegeven punten los
en verwijder het paneel;
– steek een imbussleutel in de zeshoe-
kige zitting (B);
– draai de sleutel rechtsom om het
opendak te openen en linksom om het te
sluiten.
BAGAGERUIMTE
De achterklep kan worden geopend:
van buitenaf - m.b.v. de afstands-
bediening;
vanuit het interieur - door het
indrukken van knop ( A-fig. 158).
BELANGRIJK Als de achterklep niet
goed is gesloten, gaat lampje
´branden
(bij sommige uitvoeringen verschijnt ook
een bericht op het instelbare multifunctio-
nele display).
fig. 156
A0A0124m
fig. 157
A0A0126m
fig. 158
A0A1050m
131
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 131
WEGWIJS IN UW AUTO
Druk voor de afstelling (alleen mogelijk
als het dimlicht brandt) op de knoppen
▲/▼:
– druk op knop
▲om een stand te ver-
hogen (bijv.: 0
➟ 1➟ 2➟ 3);
– druk op knop ▲
om een stand te verla-
gen (bijv.: 3
➟2➟1➟0);
Display ( A), in de snelheidsmeter, toont
de stand gedurende de koplampafstelling.
fig. 167
A0A1116m
KOPLAMPEN
Goed afgestelde koplampen zijn belang-
rijk voor het comfort en de veiligheid van
uzelf en de overige weggebruikers.
Bovendien zijn er wettelijke voorschrif-
ten.
Wendt u voor controle of afstelling tot de
Alfa Romeo-dealer.
BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan
de koplamp een beetje beslagen zijn: dit
duidt niet op een defect maar is een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de lage temperatuur en de
luchtvochtigheidsgraad en verdwijnt snel
als de koplampen worden ingeschakeld.
De aanwezigheid van druppels aan de bin-
nenzijde van de koplamp duidt daarente-
gen op het binnendringen van water:
wendt u in dat geval tot de Alfa Romeo-
dealer.
137
KOPLAMPVERSTELLING
(fig. 167)
Als de auto beladen is, helt hij achter-
over. Het gevolg is dat de lichtbundel van
de koplampen meer naar boven schijnt.
De stand van de koplampen moet in dat
geval worden gecorrigeerd.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 137
WEGWIJS IN UW AUTO
STORINGSMELDINGEN IN HET
VDC-SYSTEEM
Bij een storing in het VDC-systeem wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld en
gaat lampje
áop het instrumentenpaneel
continu branden. Bovendien verschijnt een
bericht op het instelbare multifunctionele
display.
Als het VDC-systeem een storing heeft,
gedraagt de auto zich hetzelfde als uit-
voeringen die niet met dit systeem zijn uit-
gerust: het verdient wel aanbeveling om u
zo snel mogelijk tot een Alfa Romeo-
dealer te wenden.
Als eventueel met het
noodreservewiel wordt
gereden, dan blijft de VDC inge- schakeld. Houd er rekening meedat het noodreservewiel kleineris dan de normale band en datdaarom de grip minder is dan bijde andere banden van de auto.
ATTENTIE
Voor de juiste werkingvan de VDC is het nood-
zakelijk dat de banden van alle wielen van hetzelfde merk entype zijn. De banden moeten inperfecte conditie zijn en de voor-geschreven afmetingen hebben.
ATTENTIE
143
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 143
WEGWIJS IN UW AUTO
STORINGSMELDINGEN IN HET
ASR-SYSTEEM
Bij een storing in het ASR-systeem wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld en
gaat lampje
Vop het instrumentenpa-
neel continu branden. Bovendien ver-
schijnt een bericht op het instelbare multi-
functionele display.
Als het ASR-systeem een storing heeft,
gedraagt de auto zich hetzelfde als uit-
voeringen die niet met dit systeem zijn uit-
gerust: het verdient wel aanbeveling om u
zo snel mogelijk tot een Alfa Romeo-
dealer te wenden.
Als met het noodreserve-
wiel wordt gereden, dan
wordt de ASR uitgeschakeld en gaat lampje
Vop het instrumen-
tenpaneel continu branden. Gelijktijdig verschijnt een mede-deling op het instelbare multi-functionele display.
ATTENTIE
Voor de juiste werking vanhet ASR-systeem is het
noodzakelijk dat de banden van alle wielen van hetzelfde merk entype zijn. De banden moeten inperfecte conditie zijn en de voorge-schreven afmetingen hebben.
ATTENTIE
145
INSCHAKELEN VAN
DE ASR
Het ASR-systeem schakelt automatisch
in als de motor wordt gestart.
Tijdens het rijden kan het systeem wor-
den uit- of ingeschakeld door schakelaar
(A-fig. 171) in te drukken.
Als de functie is uitgeschakeld, brandt
het lampje
Vop het instrumentenpa-
neel.
Als het systeem tijdens het rijden wordt
uitgeschakeld, schakelt het als de auto
opnieuw wordt gestart automatisch weer
in.
fig. 171
A0A1119m
BELANGRIJK Schakel het ASR-sys-
teem uit als u met sneeuwkettingen rijdt:
onder deze omstandigheden levert het
doorslaan van de aangedreven wielen juist
meer trekkracht op.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 145
WEGWIJS IN UW AUTO
156
ALGEMENE INFORMATIE
Het apparaat heeft de volgende functies:
Radio – PLL-tuner voor de golfbanden FM/
AM/MW/LW;
– RDS (Radio Data System) met TA (ver-
keersinformatie) - TP (verkeersprogram-
ma’s) - EON (Enhanced Other Network) -
REG (regionale programma’s);
– AF: zoeken naar alternatieve frequen-
ties in RDS;
– ontvangst van alarmberichten;
– automatische/handmatige afstemming
op stations;
– FM Multipath detector;
– handmatig opslaan van 36 stations: 18
op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op FM2
en 6 op FMT), 6 op de MW-golfband en 6
op de LW-golfband;
– automatisch opslaan (Autostore-functie)
van 6 stations op de gekozen FM-golfband;
– functie SVC (behalve uitvoeringen met
Bose HIFI-systeem): snelheidsafhankelijke
volumeregeling;
– automatische stereo/mono-weergave. CD-speler
– CD direct selecteren;
– muziekstuk selecteren (vooruit/ach-
teruit);
– muziekstukken snel vooruit-/terug- spoelen;
– functie CD Display: weergave CD- naam/verstreken speelduur vanaf het
begin van het muziekstuk;
– lezen audio-CD, CD-R en CD-RW. MP3 CD-speler
– volgende/vorige map selecteren;
– muziekstuk selecteren (vooruit/ach-
teruit);
– muziekstukken snel vooruit-/terug-
spoelen;
– functie MP3 DISP: weergave mapnaam,
informatie ID3-tag, verstreken speelduur
vanaf het begin van het muziekstuk, be-
standsnaam;
– lezen audio-CD, CD-R en CD-RW.
Audiosysteem – functie Mute/Pause;
– functie Soft Mute;
– functie Loudness (behalve uitvoeringen
met Bose HIFI-systeem);
– 7-bands grafische equalizer (behalve uit-
voeringen met Bose HIFI-systeem);
– gescheiden regeling bassen/hoge to-
nen;
– balansregeling kanalen rechts/links.
Op een multimedia-CD
staan naast audiotracks
ook gegevens geregi-
streerd. Het afspelen van dit type
CD’s kan piepgeluiden op een zo-
danig volume opleveren, dat niet al-
leen de verkeersveiligheid in gevaar
komt, maar waardoor ook de eind-
versterker en de luidsprekers be-
schadigd kunnen worden.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 156