3-1
3
DAU00027
3-FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU00029
Contactslot/stuurslot-unit Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssys-
temen bediend en wordt het stuur vergren-
deld. De diverse standen worden hierna
beschreven.
DAU04384
ON “ ”
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; het achterlicht en de instru-
mentenverlichting gaan branden en de mo-
tor kan worden gestart. De sleutel kan niet
worden uitgenomen.OPMERKING:_ De koplamp gaat branden zodra de motor
wordt gestart. _
DAU00038
OFF “ ”
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU04470
“”
Het waarschuwingslampje voor het olieni-
veau voor 2-takt injectiesmering moet gaan
branden. Zie pagina 3-2 voor uitleg over de
werking van het waarschuwingslampje voor
olieniveau.
DAUM0074
LOCK “ ”
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in vanuit de “”
stand, laat los en draai dan naar “”.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelenSteek de sleutel in en draai naar “”.
DW000016
WAARSCHUWING
_ Draai de contactsleutel nooit naar “ ”
of naar “ ” terwijl de scooter rijdt;
elektrische systemen worden dan afge-
schakeld en mogelijk zult u zo de macht
over het stuur verliezen of een ongeval
veroorzaken. Zorg altijd dat de scooter
stilstaat voordat u de sleutel naar “ ”
of naar “ ” draait. _OPMERKING:_ Neem de sleutel uit het contactslot als de
scooter onbeheerd wordt achtergelaten. _
PUSH
ZAUM0332