90
Snelheidsafhankelijke
volumeregeling (SCV)BELANGRIJK Om redenen van
verkeersveiligheid verdient het aan-
beveling deze instelling door de Lan-
cia-dealer te laten uitvoeren.
Selecteer de instelling SPEEDCON-
TROLLED VOLUME (SCVOL)
(waarde van — tot 34) ( fig. 85):
– “SCVOL 19”: standaardinstelling;
– “SCVOL - -”: functie uitge-
schakeld;
– “SCVOL 34”: maximale werking.
Instelling wijzigen:
1) Auto stilstaand, motor uitgezet:
stel het gewenste volume in met knop
9 (fig. 72 ). 2)
Druk ongeveer 3 seconden op
toets EXP 14 totdat op het display
het opschrift “EXPERT” verschijnt.
3) Selecteer met toets 17of 18 de in-
stelling “SCVOL”.
4) Bij hoge snelheid: stel met toets 4
of 5 de gewenste waarde in:
– toets 5 : VOL + (meer volume);
– toets 4 : VOL – (minder volume).
5) Druk langer dan 2 seconden op
toets EXP 14.
Beveiligingscode activeren Als op het display “CODE” ver-
schijnt, dan is de beveiligingscode niet
geactiveerd. Als op het display “SAFE” verschijnt,
dan is de beveiligingscode geactiveerd.
BELANGRIJK Zie voor uitgebreide
instructies de volgende paragraaf.
BEVEILIGINGSCODE
De geheime code van de autoradio
staat op de CODE-card (fig. 86). De
beveiligingscode is niet door de fa-
brikant ingevoerd.
Als de code is ingevoerd, wordt de
autoradio elektronisch beveiligd bij
onderbreking van de voeding van de
autoradio. U kunt de radio weer in
bedrijf stellen door de betreffende
code in te voeren.
fig. 84
P4T0624
fig. 85
P4T0625LANCIA
fig. 86
P4T0306
91
Wanneer is de code geactiveerdSelecteer de EXPERT-functie en
druk op toets 17 of 18, totdat op het
display de instelling THEFT-PRO-
TECTION CODE met het opschrift
“SAFE” of “CODE” ( fig. 87) ver-
schijnt:
– SAFE = Beveiligingscode actief
– CODE = Beveiligingscode niet ac-
tief.
Beveiligingscode activeren
1) Selecteer de EXPERT-functie en
druk op toets 17 of 18, totdat op het
display het opschrift “CODE” ver-
schijnt.
2) Activeer de instelling door kort op
toets 2te drukken: op het display ver-
schijnt: “- - - -”. 3)Voer de code in met de toetsen 2
t/m 5(fig. 72 ).
Met toets 2 voert u het eerste cijfer
van de geheime code in, met toets 3
het tweede, met toets 4 het derde en
met toets 5 het vierde.
Als u bijvoorbeeld de code 1 7 0 3
moet invoeren, moet u één keer kort
toets 2indrukken: op het display ver-
schijnt 1 - - - .
Ga verder met het invoeren van het
tweede cijfer door 7 keer kort toets 3
in te drukken: op het display ver-
schijnt 1 7 - - .
Voer nu het derde cijfer in door 10
keer kort toets 4 in te drukken: op het
display verschijnt 1 7 0 - .
Voer het laatste cijfer in door drie
keer kort toets 5 in te drukken: op het
display verschijnt 1 7 0 3 .
Als u de toets langer indrukt, wordt
het cijfer met een eenheid verlaagd.
4) Code bevestigen: druk kort op
toets EXP 14; op het display ver-
schijnt het opschrift “SAFE” en de
code is geactiveerd. Druk om de EXPERT-functie uit te
schakelen ongeveer 3 seconden op
toets EXP 14.
Beveiligingscode buiten werking
stellen 1) Selecteer de EXPERT-functie en
druk op de toetsen 17 en 18;
op het display verschijnt de instelling
THEFT-PROTECTION CODE met het
opschrift “SAFE”.
2) Activeer de instelling door kort op
toets 2te drukken: op het display ver-
schijnt “1 - - - -”.
3) Voer de code (zie paragraaf “Be-
veiligingscode”) in, zoals is beschre-
ven in “Beveiligingscode activeren”,
door de toetsen 2t/m 5in te drukken.
4) Code bevestigen: druk kort op
toets EXP 14 totdat op het display
het opschrift “CODE” verschijnt. De
code is niet meer geactiveerd.
BELANGRIJK Als u een verkeerde
code invoert, dan blijft het opschrift
“SAFE” op het display staan en moet
de gehele procedure vanaf het begin
worden herhaald. Houd rekening met
de wachttijden die tussen de pogingen
gelden (zie de paragraaf “Wacht -
tijden”).
fig. 87
P4T0626
92
In bedrijf stellenAls de code is ingevoerd, wordt de
autoradio elektronisch beveiligd bij
onderbreking van de voeding van de
autoradio (bijv. bij het loskoppelen
van de accu tijdens onderhoudswerk-
zaamheden).
Ga als volgt te werk als de voeding
weer is hersteld:
1) Schakel de autoradio in: op het
display verschijnt het opschrift
“SAFE” en na ongeveer 3 seconden
verschijnt op het display “1 - - - -”. Het
cijfer “1” geeft het aantal invoer -
pogingen aan.
2) Voer de code (zie paragraaf
“Beveiligingscode”) in, zoals is be-
schreven in “Beveiligingscode active-
ren”, door de toetsen 2 t/m 5in te
drukken.
3) Druk om de code te bevestigen
kort op toets EXP 14: op het display
verschijnt tijdelijk het opschrift
“SAFE”. Na circa 3 seconden scha -
kelt de radio in. BELANGRIJK
Als u een verkeerde
code invoert, blijft het opschrift
“SAFE” op het display staan en
schakelt de radio niet in. De gehele
procedure moet dan vanaf het begin
worden herhaald. Houd rekening met de wachttijden
die tussen de pogingen gelden (zie de
paragraaf “Wachttijden”).
Wachttijden
Om de mogelijkheid uit te sluiten
dat de code door proberen wordt ge -
kraakt, wordt de wachttijd tussen
twee pogingen steeds verlengd. Gedu-
rende deze wachttijden kan de auto-
radio wel worden uitgeschakeld, maar
zijn alle overige functies geblokkeerd.
Tijdens de wachttijd kan de auto -
radio niet worden ingeschakeld, maar
moet wel aangesloten blijven op de
voeding.
Zolang het opschrift “SAFE” op het
display staat, is de wachttijd nog niet
verstreken. De wachttijd is verstreken als op het
display het cijfer van het aantal po-
gingen staat: (bijv. “2 - - - -”).
De volgende tabel geeft de wachttijd
aan tussen de verschillende pogingen.
Het verdient aanbeveling om na de
zesde poging contact op te nemen met
een Lancia-dealer om de geheime
code in te voeren of de code buiten
werking te stellen.
93
CASSETTESPELER (TAPE)
Cassettespeler inschakelenPlaats een cassette in de opening van
het paneel van het ICS van Lancia.
Op het display verschijnt het op schrift
“TAPE A” of “TAPE B”.
Als er al een cassette in de opening
zit, druk dan herhaaldelijk op toets
MODE 7 totdat op het display het
opschrift “TAPE” verschijnt.
Draairichting omkeren
Druk kort op toets BAND 16.
Als het einde van de cassette is be-
reikt, wordt automatisch de andere
zijde van de cassette weergegeven
(functie AUTOREVERSE).
Op het display verschijnen de vol-
gende symbolen:
“TAPE A” = bovenzijde van de cas-
sette;
“TAPE B” = onderzijde van de cas-
sette.Pogingen Wachttijd
(op display) (circa)
1
21 seconden
2 1,5 minuut
3 5,5 minuut
4 22 minuten
5 1,5 uur
6 6 uur
7 24 uren
8]
]
]
]
]
]
]
MSS-functie
MSS = Music Search System
Met deze functie kan het volgende
muziekstuk of het begin van het hui-
dige muziekstuk worden opgezocht.
Voor de MSS-functie dienen er pau-
zes van ten minste 3 seconden tussen
de muziekstukken te zitten (ook geen
gesproken aankondiging).
De MSS-functie reageert niet op zeer
zachte passages in muziekstukken
(bijv. in klassieke muziek), omdat
deze als pauze worden gezien.
MSS-functie inschakelen
Druk op toets SCAN/MSS 12 tij-
dens het afspelen van de cassette. Op
het display verschijnt het opschrift
“MSS ON”.
De MSS-functie start in de draai -
richting van de cassette.
MSS-functie starten
Druk op toets 17 of 18 tijdens het
afspelen van de cassette.
Op multimedia-CD’s zijn
naast de audiosporen ook
gegevens opgeslagen. Het
afspelen van dit type CD’s kan
piepgeluiden op een zodanig
volume opleveren, dat niet alleen
de verkeersveiligheid in gevaar
komt, maar waardoor ook de
eindversterker en de luidsprekers
beschadigd kunnen worden. CD-SPELER
De autoradio is voorbereid op de
aansluiting van een CD-speler (die is
opgenomen in het Lancia Lineacces-
sori-programma).
94
Druk voor het vooruit spoelen naar
het volgende muziekstuk op toets 17.
Druk voor herhaling van het mu-
ziekstuk op toets 18.
MSS-functie onderbreken Druk op toets 17of 18.
MSS-functie uitschakelen Druk op toets SCAN/MSS 12 tij-
dens het afspelen van de cassette. Op
het display verschijnt het opschrift
“MSS OFF”.
Snel vooruit/achteruit spoelen
Druk kort op toets 18 of 17. Op
het display verschijnt het opschrift
“<< WIND” of “WIND >>”.
Functie onderbreken
Druk kort op toets 18of 17.
De cassette wordt automatisch weer-
gegeven.
Cassettespeler uitschakelen
Druk op toets 23 (fig. 72): de cas-
sette wordt uitgeworpen. – of –
Als u op toets MODE 7drukt,
schakelt de CASSETTESPELER over
naar de CD-WISSELAAR (als er een
CD-WISSELAAR aanwezig is) of
naar de RADIO.
De keuze van de bron gaat op volg -
orde: RADIO, CASSETTE, CD.
BELANGRIJK Als de functie snel
vooruit/achteruit spoelen is inge-
schakeld, wordt onmiddellijk van
bron veranderd en wordt de functie
van de cassettespeler beëindigd.
Algemene aanwijzingen
De weergave van de cassette wordt
onderbroken als er verkeersinforma-
tie wordt uitgezonden (bij inge-
schakelde TP-functie).
BELANGRIJK U kunt de verkeers -
informatie onderbreken op het
moment dat de informatie wordt uit-
gezonden. Het blijft dan mogelijk
eventuele volgende verkeersinforma-
tie te beluisteren, door kort op toets
TP/AF 11 te drukken. Wendt u voor het in-
bouwen en aansluiten uit-
sluitend tot een Lancia-
dealer.
De CD-speler van het Lancia Li-
neaccessori-programma wordt gele-
verd met een wisselaar die maximaal
6 Compact Discs kan bevatten.
Muziekstuk kiezen of herhalen Druk kort en herhaaldelijk op toets
17 of 18, totdat op het display het
nummer van het gewenste muziek-
stuk verschijnt.
17: volgend muziekstuk
18 : herhaling van het huidige mu-
ziekstuk of vorige muziekstuk.
Alle muziekstukken van de
gekozen CD kort (circa 10
seconden) beluisteren (SCAN) Druk kort op toets SCAN/
MSS 12: op het display verschijnt
kort het opschrift “SCAN ON”
Druk om de functie te onderbreken
kort op toets SCAN/ MSS 12: op het
display verschijnt kort het opschrift
“SCAN OFF”.
96
CD’s uit de wisselaar
verwijderen
Trek de betreffende houder uit de
wisselaar en verwijder de CD. WERKING VAN DE CD-SPELER
CD-speler als geluidsbron
kiezen
Druk kort en herhaaldelijk op toets
MODE 7 , totdat op het display het
opschrift “CD” verschijnt.
CD kiezen
Druk kort en herhaaldelijk op toets
5 of 6, totdat op het display het num-
mer van de gewenste CD verschijnt.
5: Vorige CD
6 : Volgende CD
fig. 93
P4T0257
fig. 92
P4T0256
97
Snel vooruit/achteruit zoeken
(TRACK FAST)Hiermee kunt u een muziekstuk
“versneld” en met laag volume beluis -
teren:
– VOORUIT: druk op toets 17 en
houd de toets ingedrukt.
– TERUG: druk op toets 18 en houd
de toets ingedrukt.
Muziekstuk herhalen
(TRACK REPEAT)
Hiermee kunt u het beluisterde mu-
ziekstuk continu herhalen: druk op
toets 1, op het display verschijnt het
opschrift “TRK ON”.
Als de TRACK REPEAT-functie is
geactiveerd, kan altijd een ander
muziekstuk worden gekozen.
Druk om de functie te onderbreken
op toets 1 : op het display verschijnt
het opschrift “TRK OFF”. CD herhalen (REPEAT)
Druk voor herhaling van de CD op
toets 2: op het display verschijnt het
opschrift “RPT CD”.
Als de functie is geactiveerd, kan al-
tijd een andere CD worden gekozen.
Druk om de functie te onderbreken
op toets 2 : op het display verschijnt
het opschrift “RPT MAG”.
Muziekstukken in willekeurige
volgorde beluisteren
(TRACK RANDOM)
Druk om de functie te activeren op
toets 3: op het display verschijnt het
opschrift “RND ON”. De muziek-
stukken op de geselecteerde CD wor-
den in willekeurige volgorde afge-
speeld.
Druk om de functie uit te schakelen
op toets 3 : op het display verschijnt
het opschrift “RND OFF”.
BELANGRIJK De functie TRACK
RANDOM kan niet worden gecombi-
neerd met de functies TRACK RE-
PEAT en REPEAT.CD-speler uitschakelen
Druk op toets MODE 7om weer
naar de radio of de cassettespeler te
kunnen luisteren.
BELANGRIJK U kunt de verkeers -
informatie onderbreken op het mo-
ment dat de informatie wordt uitge-
zonden. Het blijft dan mogelijk even-
tuele volgende verkeersinformatie te
beluisteren, door kort op toets TP/AF
11 te drukken.
Weergave van de werking van
de CD-speler Druk kort op toets EXP 14. Op het
display wordt aangegeven welke spe-
ciale functies gekozen zijn (bijv.:
“TRK ON”).
100
AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING: VERWARMING,
VENTILATIE EN AIRCONDITIONING
(indien aanwezig)
fig. 98
P4T0038
1- Display ingestelde interieurtem-
peratuur (bestuurderszijde).
2 - Draaiknop voor regeling van de
interieurtemperatuur (bestuurders -
zijde).
3 - Display ingestelde interieurtem-
peratuur (passagierszijde).
4 - Draaiknop voor regeling van de in-
terieurtemperatuur (passagiers zijde).
5 - Toetsen voor de instellingen van
de luchtverdeling.
6 - Toetsen voor het regelen van de
aanjagersnelheid.
7 - Ingestelde luchtverdeling.
8 - Ingestelde aanjagersnelheid.
9 - Buitentemperatuur (in graden
Celsius).
10 - Toets voor in-/uitschakeling
maximale ontdooiing/ontwaseming
voorruit, zijruiten voor, achterruit en
buitenspiegels.
11 - Toets voor in-/uitschakeling
achterruit- en spiegelverwarming.