Page 4 of 165

InhoudMaak eveneens gebruik van
het trefwoordenregister achter
in deze handleiding, om een
bepaald onderwerp snel te
kunnen vinden.
1 Algemeneaanwijzingen . . . . . . . . . . 5
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Afkortingen en
symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Technische gegevens . . . . . 7
Actualiteit . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2 Overzichten . . . . . . . . . . . 9
Linker zijaanzicht . . . . . . . . 11
Rechter zijaanzicht . . . . . . 13
Onder de buddyseat . . . . . 14
Stuurhendel, links . . . . . . . 15
Stuurhendel, rechts . . . . . . 16
Instrumentenpaneel . . . . . . 17
Koplamp . . . . . . . . . . . . . . . . 18 3 Aanduidingen . . . . . . . . . 19
Multifunctioneel
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Waarschuwings- en
controlelampen . . . . . . . . . . 20
Waarschuwingslamp
ABS .................... 20
Functieweergaven . . . . . . . 20
Algemene
waarschuwingen . . . . . . . . . 21
ABS-waarschuwingen . . . 28
4 Bediening . . . . . . . . . . . . 35
Contact-/stuurslot . . . . . . . 36
Elektronische
wegrijbeveiliging . . . . . . . . . 37
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie . . . . . . . . . . . . 38
Tripmaster . . . . . . . . . . . . . . 39
Boordcomputer
SU
....... 41
Klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Noodstopschakelaar . . . . . 45
HandvatverwarmingSU
... 46
Koppeling . . . . . . . . . . . . . . . 46
Rem .................... 47
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . 47 Koplamp . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Richtingaanwijzers . . . . . . . 49
Buddyseat . . . . . . . . . . . . . . 50
Helmhaak . . . . . . . . . . . . . . . 52
Bagagelussen . . . . . . . . . . . 53
Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Veervoorspanning . . . . . . . 54
Schokdemper . . . . . . . . . . . 55
Elektronische
demperinstelling
ESA
SU
.................. 56
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
5 Rijden . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Veiligheidsvoorschrif-
ten ..................... 60
Controlelijst . . . . . . . . . . . . . 62
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Wegrijden . . . . . . . . . . . . . . . 65
Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Motorfiets neerzetten . . . . 69
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Remsysteem
algemeen . . . . . . . . . . . . . . . 77
Remsysteem met BMW
Integral ABS . . . . . . . . . . . . . 78
Page 19 of 165
Instrumentenpaneel1Snelheidsmeter
2 Toerenteller
3 Waarschuwings- en con-
trolelampen ( 20)
4 Multifunctioneel display
( 20)
5 Controlelamp DWA (SU)
en sensor instrumenten-
verlichting
6 Instelling klok ( 44)
De verlichting van het
instrumentenpaneel is
met een automatische dag-
/nachtomschakeling uitge-
rust.
217zOverzichten
Page 21 of 165
Aanduidingen
Multifunctioneel display........ 20
Waarschuwings- en
controlelampen ............... 20
Waarschuwingslamp ABS . . .... 20
Functieweergaven ............. 20
Algemene waarschuwingen .... 21
ABS-waarschuwingen ......... 28
319zAanduidingen
Page 23 of 165
schakeld, geeft de versnel-
lingsindicatie 0 aan, boven-
dien brandt de controlelamp
neutraalstand.Koelvloeistoftemperatuur
De dwarsbalken onder
het temperatuursymbool
geven de hoogte van de koel-
vloeistoftemperatuur aan.
Algemene waarschu-
wingenWeergave
Algemene waarschuwingen
worden door teksten of sym-
bolen op het multifunctioneel
display weergegeven, soms
brandt bovendien de algeme-
ne waarschuwingslamp rood
of geel. Er kunnen gelijktijdig
meerdere waarschuwingen
worden weergegeven.
321zAanduidingen
Page 40 of 165

tor. Op het multifunctioneel
display wordt de waarschu-
wing
EWS
weergegeven.
Bewaar uw reservesleutel al-
tijd apart van uw contactsleu-
tel.
Reservesleutels en extra
sleutelsReservesleutels en extra sleu-
tels zijn alleen via een BMW
Motorrad dealer verkrijgbaar.
Deze is verplicht uw legitima-
tie te controleren, omdat de
sleutels onderdeel van een
veiligheidssysteem vormen.
Indien u een sleutel wilt la-
ten blokkeren, moet u voor de
blokkering alle andere bij de
motorfiets behorende sleutels
meenemen. Een geblokkeer-
de sleutel kan weer worden
vrijgegeven.
Waarschuwingsknip-
perlichtinstallatieWaarschuwingsknipper-
lichtinstallatie inschake-
lenContact inschakelen
Toetsen richtingaanwijzers
links 1en richtingaanwijzers
rechts 2gelijktijdig bedie-
nen.
De waarschuwingsknip-
perlichtinstallatie belast
de accu. De waarschuwings-
knipperlichten slechts voor een beperkte tijdsduur in-
schakelen.
Als met ingeschakeld
contact een richtingaan-
wijzertoets wordt ingedrukt,
dan vervangt de richtingaan-
wijzerfunctie gedurende het
indrukken de waarschuwings-
knipperlichtfunctie. Als de
richtingaanwijzertoets niet
meer wordt bediend, is de
waarschuwingsknipperlicht-
functie weer actief.
Waarschuwingsknipperlicht-
installatie ingeschakeld.
Controlelampen richting-
aanwijzers links en rechts
knipperen.
Contact uitschakelen.
Waarschuwingsknipperlicht-
installatie blijft ingeschakeld.
Controlelampen richtingaan-
wijzers links en rechts uit.
438zBediening
Page 41 of 165
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie uitschake-
lenToets richtingaanwijzers
uit3bedienen.
Waarschuwingsknipperlicht-
installatie uitgeschakeld
Alternatief: toetsen richting-
aanwijzers links 1en rich-
tingaanwijzers rechts 2ge-
lijktijdig bedienen.
Waarschuwingsknipperlicht-
installatie uitgeschakeld
TripmasterBediening van de Trip-
masterDe hierna beschreven bedie-
ning van de Tripmaster kan
ook met toets 1in het instru-
mentenpaneel worden uitge-
voerd.Weergave selecterenContact inschakelen
Na het inschakelen van
het contact verschijnt op
het multifunctioneel display
altijd eerst de informatie van
de Tripmaster die vóór het uitschakelen van het contact
was opgeroepen.
Toets Tripmaster 1telkens
eenmaal kort bedienen.
439zBediening
Page 42 of 165
Op het display van de Trip-
master worden opeenvolgend
aangegeven:Totaalkilometrage
Dagteller 1 (Trip I)
Dagteller 2 (Trip II)
Resterende actieradiusDagteller terugzettenContact inschakelen
Gewenste dagteller selecte-
ren. Toets Tripmaster
1inge-
drukt houden, tot de aan-
duiding verandert.
De dagteller wordt op nul
gezet.
Resterende actieradiusDe resterende actieradius 1
wordt samen met de tekstRANGE
alleen na het berei-
ken van de reservehoeveel-
heid benzine weergegeven.
Deze wordt berekend op ba-
sis van de huidige rijstijl en de
hoeveelheid benzine en geeft
de afstand aan die met de
resterende benzinevoorraad
nog kan worden afgelegd.
Bij een op de zijstandaard
staande motorfiets kan de
benzinevoorraad niet correct
worden bepaald en daardoor
kan de resterende actieradi-
440zBediening
Page 44 of 165
Toets BC1steeds éénmaal
bedienen.
Op het display van de boord-
computer worden opeenvol-
gend aangegeven: Klok
Resterende actieradius Gemiddelde snelheid
Gemiddeld verbruik
Oliepeilaanduiding
Omgevingstemperatuur
Resterende actieradiusDe resterende actieradius
1
kan ook worden opgeroepen
voordat de brandstofreser-
ve is bereikt. De omschrij-
ving van de werking van de
resterende actieradius in het
hoofdstuk Tripmaster ( 40)
geldt ook bij de boordcompu-
ter.
Berekening van de ge-
middelde snelheidBij de berekening van de ge-
middelde snelheid 1wordt de
verstreken tijd vanaf de laat-
ste "RESET" gebruikt. Niet
meegerekend worden onder-
brekingen van de rit, waarbij
de motor is afgezet.
442zBediening