INHOUDSOPGAVE
Zekeringen vervangen .................. 6-29
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-32
Achterlicht/remlicht unit ................ 6-34
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-34
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-35
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp ................ 6-35
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-36
Voorwiel ........................................ 6-37
Achterwiel ..................................... 6-39
Problemen oplossen ..................... 6-40
Storingzoekschema’s ................... 6-41
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS.............................. 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U5VYD0D0.book Page 2 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
DAU33900
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.
Koplampgloeilamp voor grootlicht ver-
vangen
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.LET OP:
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
1. Gloeilamp voor grootlicht
2. Gloeilamp voor dimlicht
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
U5VYD0D0.book Page 32 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
Koplampgloeilamp voor dimlicht ver-
vangen
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.2. Maak de koplampstekker los.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.LET OP:
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
U5VYD0D0.book Page 33 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.
5. Sluit de koplampstekker aan.
6. Monteer de gloeilampkap door deze
rechtsom te draaien.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24180
Achterlicht/remlicht unit Dit model is uitgerust met een LED type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24201
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.LET OP:
DCA11190
Zet de schroef niet overdreven strakvast, anders kan de lamplens breken.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
U5VYD0D0.book Page 34 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
SPECIFICATIES
8-3
8
Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking (digitaal)
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
YTZ10S
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.6 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 55.0 W × 4
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LEDWaarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Controlelampje schakelmoment:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 Ax 2
Zekering richtingaanwijzers:
10.0 A
Zekering elektronisch gestuurde
brandstofinspuiting:
15.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U5VYD0D0.book Page 3 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
INDEX
AAandrijfketting, smeren ......................... 6-24
Accu...................................................... 6-28
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-26
Achterlicht/remlicht unit ........................ 6-34
Afstelling remlichtschakelaar ................ 6-20
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ......... 3-13BBagageriembevestiging ........................ 3-23
Banden ................................................. 6-17
Bougies, controleren............................... 6-8
Brandstof .............................................. 3-16
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-13
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje schakelmoment ............. 3-7
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkering ............... 3-7
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar ............................... 3-13EEXUP-systeem ..................................... 3-23GGasgreep en gaskabel, controleren
en smeren .......................................... 6-25
Gereedschapsset ................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-35Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-34
HHelmbevestiging.................................... 3-19IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-25
Klepspeling, afstellen ............................ 6-16
Koelvloeistof .......................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-32
Koppelingshendel.................................. 3-14
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen............................................... 6-20LLichtsignaalschakelaar .......................... 3-13
Locaties van onderdelen ......................... 2-1
Luchtfilterelement, vervangen ............... 6-13MModelinformatiesticker ............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................... 6-9
Multifunctioneel display ........................... 3-8NNoodstopschakelaar ............................. 3-13OOndersteunen van de motorfiets ........... 6-36PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-35
Parkeren..................................................5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .............................. 6-2
Problemen oplossen .............................6-40
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................ 6-25
Remhendel ........................................... 3-15
Rempedaal ........................................... 3-15
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-21
Remvloeistof, verversen ....................... 6-22
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-13SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-14
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-14
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-21
Sleutelnummer........................................ 9-1
Spanning aandrijfketting ....................... 6-23
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-14
Startspersysteem .................................. 3-24
Stationair toerental................................ 6-15
Storingzoekschema’s............................ 6-41
Stroomlijnpanelen en framepaneel,
verwijderen en aanbrengen .................. 6-6
Stuurschakelaars .................................. 3-13
Stuursysteem, controleren .................... 6-27TTankbeluchtingsslang/
overloopslang ..................................... 3-17
Tankdop ................................................ 3-15UUitlaatkatalysator .................................. 3-17
U5VYD0D0.book Page 1 Friday, November 21, 2003 1:41 PM