FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU26861
Multifunctioneel display Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
een voorziening voor zelfdiagnose
een klokKilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “SELECT”-toets wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “ODO” en de rittellermodi “TRIP”,
volgens onderstaande volgorde:
ODO → TRIP (boven) → TRIP (onder) →
ODO
Als nog ca. 5.0 L (1.32 US gal) (1.10
Imp.gal) brandstof in de brandstoftank aan-
wezig is, wisselt het display automatisch
naar “TRIP F”, de brandstofreserve ritteller,
en wordt de afgelegde afstand vanaf dat
punt aangegeven. In dat geval wordt door
het indrukken van de toets “SELECT” in on-
derstaande volgorde gewisseld tussen de
diverse weergaven van rittellers en kilome-
terteller:
TRIP F → TRIP (boven) → TRIP (onder) →
ODO → TRIP F
Om de ritteller op nul terug te stellen, selec-
teert u deze door op de toets “SELECT” te
drukken en daarna de toets “RESET” min-
stens 1 seconde lang ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt
de vorige weergavemode weer.Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, toont het
multifunctionele display een foutcode van 2
cijfers (bijv. 11, 12, 13).
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer het voertuig na te
zien.
LET OP:
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-troleerd om motorschade te voorkomen.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en toont het
multifunctionele display een foutcode van
twee cijfers (bijv. 51, 52, 53) wanneer de
sleutel naar “ON” is gedraaid.
1. Multifunctioneel display
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets5JWD3.book Page 6 Monday, September 8, 2003 5:11 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
DAU21771
Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit worden
gecontroleerd en indien nodig worden bijge-
steld.
WAARSCHUWING
DWA10500
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor ditmodel is vastgesteld.
WAARSCHUWING
DWA11020
De aanwezigheid van bagage heeft grote
invloed op het weggedrag, de rem- en rij-
eigenschappen en de veiligheid van uw
motor. Neem daarom de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
DE MOTORFIETS NOOIT OVERBE-
LADEN! Rijden met een overbela-
den motorfiets kan leiden tot
beschadiging van de banden, con-
troleverlies of ernstig letsel. Zorg
dat het totale gewicht van de motor-
rijder, de passagier, de bagage en
de gemonteerde accessoires nooit
het voorgeschreven maximumlaad-
gewicht voor de machine over-
schrijdt.
Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de motorfiets en verdeel het ge-
wicht over beide zijden.
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
Controleer vóór iedere rit de condi-tie en spanning van de banden. Bandspanning (gemeten op koude
banden):
0–90 kg (0–198 lb):
Voor:
250 kPa (36 psi) (2.50 kgf/cm²)
Achter:
250 kPa (36 psi) (2.50 kgf/cm²)
FJR1300 90–201 kg (198–443 lb)
FJR1300A 90–194 kg (198–428 lb):
Voor:
250 kPa (36 psi) (2.50 kgf/cm²)
Achter:
290 kPa (42 psi) (2.90 kgf/cm²)
Rijden met hoge snelheid:
Voor:
250 kPa (36 psi) (2.50 kgf/cm²)
Achter:
250 kPa (36 psi) (2.50 kgf/cm²)
Maximale belasting*:
FJR1300 201 kg (443 lb)
FJR1300A 194 kg (428 lb)
* Totaal gewicht van motorrijder, pas-
sagier, bagage en accessoires
5JWD3.book Page 16 Monday, September 8, 2003 5:11 PM