Page 58 of 117
UW PARTNER IN DETAIL57
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES PEUGEOT levert een uitgebreide reeks kinderzitjes die met de veiligheidsgordelkunnen worden vastgemaakt:
Groep 0+: Vanaf de geboorte tot 13 kg L1 - "Britax Babysure": wordt zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt. Als het zitje voorin is aangebracht, is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen en de voorstoel in de middelste stand te zetten.
Groep 1: Van 9 tot 18 kg L2 - "Ršmer Prince": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht.
Groep 2: Van 15 tot 25 kg L3 - "Ršmer Vario": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt.
22-12-2003
Page 59 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
58
22-12-2003
Groep 2 en 3: Van 15 tot 36 kg
L4- "Recaro Start": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte ter hoogte van de schouders en de lengte van de zitting moeten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afge-steld. L5- "Klippan Optima": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Groep 1, 2 en 3: Van 9 tot 36 kg L6- "Kiddy Life": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte ter hoogte van de schouders en de lengte van de zitting moeten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afge-steld. Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Laat nooit ŽŽn of meer kin- deren zonder toezicht in
een auto achter. Laat nooit een kind of een
dier in uw auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en deauto in de zon staat. Plaats zonneschermen voor de achterste zijruiten om uw jongekinderen tegen de zon tebeschermen. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter inde de auto.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot hetplaatsen en het bevestigen vanhet kinderzitje op. Deze zijn aangegeven in de des- betreffende gebruiksaanwijzing. Zorg er bovendien voor dat de achterzijruiten* niet verder danvoor 1/3 deel geopend worden.
* Volgens uitvoering.
Schakel de airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bijhet afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Page 61 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
60
22-12-2003
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordel
Verlagen of verhogen: Schuif de knop omlaag of omhoog. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Veiligheidsgordels met pyrotechnische gordelspanners Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners isde veiligheid bij frontale aanrijdingennog verder verbeterd. De gordelspanners dienen om, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordelsstevig tegen de lichamen van deinzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordelspan- ners werken alleen als het contact isaangezet.
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag in het instrumentenpaneelgaat bij het afgaan van de gor-delspanners branden. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.
Page 62 of 117

UW PARTNER IN DETAIL61
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren en de tankdop vergrendeldof ontgrendeld worden, kan de pas-sagiersairbag worden uitgeschakelden wordt het contactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van een van de voorportieren kunnende portieren en de achterdeurengelijktijdig vergrendeld of ontgrendeldworden. Als ŽŽn van de portieren of de achterdeuren geopend is, werkt decentrale vergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitge-voerd.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats: Druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperlich- ten knipperen gedurende enkeleseconden.
Afstandsbediening
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te
vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveertwee seconden branden van derichtingaanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: Als de auto is vergrendeld
en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen 30 seconden eenvan de portieren wordt geopend, wordtde auto automatisch weer vergrendeld.
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij van de afstandsbedie- ning leeg is, wordt dit aangegevendoor een geluidssignaal in combinatiemet de melding "Batterij afstands-
bediening leeg" op het display.
Wip om de batterij te vervangen het huismet een muntstuk bij het oog los om bijde batterij te komen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het vervan- gen van de batterij niet werkt, moet dezeopnieuw gesynchroniseerd worden. Synchroniseren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk direct gedurende enkele seconden op de knop A.
Zet het contact uit en verwijderde sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
22-12-2003
Page 85 of 117

Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijdealtijd uit als u een kinderzitje metde rug in de rijrichting op de voor-
stoel plaatst. Anders kan uw kindbij het afgaan van de airbaglevensgevaarlijk gewond raken.
Zet het contact uit, steek de sleutel
in de schakelaar voor uitschakelen van de airbag aan passagierszijde 1,
draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang deairbag is uitgeschakeld.
UW PARTNER IN DETAIL
82
22-12-2003
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld). Storing airbag voor
Als dit verklikkerlampje ophet instrumentenpaneel gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal, raad-
pleeg dan een PEUGEOT-
servicepunt om het systeemte laten controleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op dewerking van de veiligheidsgordelsmet pyrotechnische gordelspanners. De elektronische schoksensors registreren een plotselinge vertra-ging van de auto: als de drempel-waarde voor het in werking tredenwordt overschreden, worden de air-bags onmiddellijk opgeblazen enbeschermen de inzittenden van deauto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen
ontsnappende gas kan enigszins irriteren.
* Volgens land van bestemming.
Page 86 of 117
UW PARTNER IN DETAIL83
22-12-2003
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een even- tuele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwij- derd, zet dan de schakelaar weer op"ON" om de airbag opnieuw in te
schakelen en zo de veiligheid vanuw passagier te garanderen. Controle van werking
Als dit pictogram bij aangezet contact (2 e
stand van de
sleutel) op het instrumenten-paneel verschijnt, betekent
dit dat de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld (stand "OFF"). ZIJ-AIRBAGS* Deze zijn aan de zijde van de por- tieren in de rugleuningen van devoorstoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen vanopzij waarbij een kans bestaat opernstig letsel aan buik, borst ofhoofd. Storing airbag
Raadpleeg, als dit verklik- kerlampje gaat branden, incombinatie met een geluids-
signaal, een PEUGEOT-servicepunt om het systeem
te laten controleren.
* Volgens land van bestemming.
Page 87 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
84
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
¥ Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service- punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren. Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op. Zij-airbags*
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
* Volgens land van bestemming.
22-12-2003
Page 88 of 117
UW PARTNER IN DETAIL83
22-12-2003
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een even- tuele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwij- derd, zet dan de schakelaar weer op"ON" om de airbag opnieuw in te
schakelen en zo de veiligheid vanuw passagier te garanderen. Controle van werking
Als dit pictogram bij aangezet contact (2 e
stand van de
sleutel) op het instrumenten-paneel verschijnt, betekent
dit dat de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld (stand "OFF"). ZIJ-AIRBAGS* Deze zijn aan de zijde van de por- tieren in de rugleuningen van devoorstoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen vanopzij waarbij een kans bestaat opernstig letsel aan buik, borst ofhoofd. Storing airbag
Raadpleeg, als dit verklik- kerlampje gaat branden, incombinatie met een geluids-
signaal, een PEUGEOT-servicepunt om het systeem
te laten controleren.
* Volgens land van bestemming.