103
PARKEREN
Om de auto veilig te parkeren moet
beslist de eerste versnelling (1 ) of de
achteruit (R) worden ingeschakeld. Als u
op een helling parkeert, moet ook de
handrem worden aangetrokken.
Als de motor wordt uitgezet op een hel-
ling bij een ingeschakelde versnelling,
dan is het beslist nodig om te wachten
tot het display de ingeschakelde versnel-
ling aangeeft voordat het rempedaal
wordt losgelaten. Hierdoor heeft de kop-
peling de tijd om volledig in te schakelen.
Als de versnellingsbak in de vrijstand
( N ) staat en u wilt een versnelling in-
schakelen om te parkeren, dan moet u
het systeem inschakelen, het rempedaal
intrappen en de versnelling ( 1) of (R )
kiezen.
SLEPEN VAN DE AUTO
BELANGRIJK Houdt u bij het slepen
van de auto aan de wettelijke voorschrif-
ten. Controleer of de versnellingsbak in
de vrijstand (N ) staat (controleer of de
auto rolt als er tegen wordt geduwd) en
sleep de auto zoals een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak (zie het
hoofdstuk “Noodgevallen”)
Als de versnellingsbak niet in de vrij-
stand kan worden gezet, dan mag de
auto niet worden gesleept. Wendt u in
dat geval tot de Alfa Romeo-dealer. Start de motor niet als
de auto wordt gesleept.
105
BELANGRIJKDe contactsleutel kan al-
leen in stand STOP uit het contactslot wor-
den genomen als de selectorhendel in stand
P (beveiligingssysteem Key-lock) staat.
In geval van nood (storingen, lege accu,
enz.) kan de sleutel ook uit het contact-
slot worden genomen als de selectorhen-
del niet in stand Pstaat.
Druk met een vinger op de ontgrendel-
knop (A-fig. 107) nabij het start-/con-
tactslot onder de bekleding, en verwijder
gelijktijdig de sleutel.KEUZE VOOR HANDMATIGE
OF AUTOMATISCHE BEDIENING
De belangrijkste eigenschap van deze
versnellingsbak is dat hij automatisch of
handmatig bediend kan worden. De auto-
matische werking wordt ingeschakeld als
de selectorhendel in het rechter gedeelte
wordt geplaatst en de handmatige bedie-
ning als de hendel in het linker gedeelte
geplaatst wordt.
De wijze van werking en de ingescha-
kelde versnelling worden weergegeven
op het display van de toerenteller ( A-
fig. 108).
AUTOMATISCHE WERKING
Selectorhendel
Voor de automatische werking moet de
selectorhendel in het rechter gedeelte
( fig. 109) worden geplaatst in één van
de volgende standen:
P -parkeren (u kunt de motor starten)
R -achteruit
N -vrijstand (u kunt de motor starten)
D -automatisch vooruit rijden.
T rek de schuifring (A-fig. 109) onder
de selectorhendel omhoog voor de vol-
gende verplaatsingen:
– van Pnaar Ren omgekeerd
– van Nnaar R.
P4U00421P4U00318
fig. 107
P4U00317
fig. 108 fig. 109
V
erlang de eerste kilo-
meters geen maximale
prestaties, maar wacht
tot de motor op bedrijfstempera-
tuur is.
A
A
A
107
Het is raadzaam de kick-down alleen te
gebruiken voor een snelle acceleratie (bij-
voorbeeld voor inhalen) om het brand-
stofverbruik zo laag mogelijk te houden.
De kick-down wordt automatisch buiten
werking gesteld als het ICE-programma
wordt ingeschakeld.
SCHAKELPROGRAMMA
KIEZEN
De automatische versnellingsbak van de
Alfa Romeo 156 wordt elektronisch gere-
geld en beschikt over drie verschillende
schakelprogramma’s, waardoor altijd de
beste resultaten wat betreft, rijcomfort,
brandstofverbruik, sportieve prestaties en
veiligheid, worden gegarandeerd.
De drie programma’s CITY, SPORT
en ICE kunnen gekozen worden met de
2 drukknoppen op de tunnelconsole
( fig. 110).
Met drukknop ( A-fig. 110) se-
lecteert u het programma CITYof
SPORT en met knop (B-fig.
110) het programma ICE.
Als de contactsleutel in stand MAR
staat, wordt op het display (toerenteller) van het instrumentenpaneel het be-
treffende opschrift verlicht:
CITY (knop (A-fig. 110) inge-
drukt):Deze stand kan worden gebruikt
bij normale rijomstandigheden: het verze-
kert u van een groot rijcomfort en een
economisch brandstofverbruik door het
overschakelen van versnellingen bij rela-
tief lage toerentallen.
SPORT (knop (A-fig. 110) in-
gedrukt):
Deze stand kan worden gebruikt wanneer
u de maximale prestaties van uw auto ver-
langt bij een sportieve rijstijl of op wegge-
deelten die veel van uw auto vergen.
W anneer u rijdt met ingeschakeld
SPORT-programma, neemt het brand-
stofverbruik toe. BELANGRIJK
Het programma CITY
of SPORT kan onder alle omstandig-
heden (stilstaande of rijdende auto) wor-
den ingeschakeld.
BELANGRIJK Als de auto wordt ge-
start bij een koude motor, wordt het
SPORT-programma ingeschakeld, ook
als het CITY-programma was gekozen,
totdat de motor op bedrijfstemperatuur is.
ICE (knop (B-fig. 110) inge-
drukt):
Deze stand wordt aangeraden als het
wegdek weinig grip biedt (sneeuw, ijs,
enz.). Voor het wegrijden wordt de 2
e
versnelling gebruikt.
Het ICE programma kan alleen inge-
schakeld worden als de selectorhendel in
stand Dstaat.
Als u de hendel vanuit Dverplaatst,
wordt het ICE -programma automatisch
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Het ICE-programma
kan worden ingeschakeld door de be-
treffende knop in te drukken. Dit kan ook
tijdens het rijden mist de snelheid lager is
dan 45 km/h.
P4U00319
fig. 110
C/S
C/S
C/S
ICE
ICE
AB