Page 15 of 130
BESCHRIJVING
2-2
2
Aanzicht rechterzijde13. Bagageriembevestiging (pagina 3-27)
14. Helmbevestiging (pagina 3-21)
15. Zekeringenkastje 1 (pagina 6-40)
16. Hoofdzekering (pagina 6-40)
17. Accu (pagina 6-38)
18. Gasklepstelschroef (pagina 6-23)
19. Luchtfilterelement (pagina 6-19)20. Remvloeistofreservoir voorrem (pagina 6-31)
21. Koelvloeistofradiatorvuldop (pagina 6-16)
22. Aftapplug koelvloeistof (pagina 6-16)
23. Vuldop motorolie (pagina 6-10)
24. Rempedaal (pagina 3-16)
25. Peilstok motorolie (pagina 6-10)
26. Remvloeistofreservoir achterrem (pagina 6-31)
U5SLD0.book Page 2 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 72 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
DC000080
LET OP:_
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
_
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _4. Sluit de reservoirdop en breng dan het
deksel van het koelvloeistofreservoir
aan door de bouten te monteren.OPMERKING:_
De radiatorkoelvin schakelt automa-
tisch aan of uit, afhankelijk van de
temperatuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-53 nadere instructies ver-
meld.
_
DAU04970
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de motorfiets op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder het paneel A en het stroom-
lijnpaneel A. (Zie pagina’s 6-5–6-8
voor de werkwijze bij verwijderen en
aanbrengen van het paneel en het
stroomlijnpaneel.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
U5SLD0.book Page 15 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 73 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
4. Draai de slangklemschroef terug en
maak dan het luchtaanzuigkanaal los.5. Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop.
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _
6. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.
7. Draai de slangklemschroef los en
maak dan de koelvloeistofradiator-
slang los om de koelvloeistofradiator
leeg te maken.
1. Klemschroef
2. Luchtaanzuigkanaal
1. Koelvloeistofradiatorvuldop
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Klemschroef
U5SLD0.book Page 16 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 74 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
8. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten los te ha-
len.
9. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-5 voor de werkwijze bij ver-
wijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)10. Trek de brandstofslangen omhoog om
ze uit de geleider te verwijderen.
11. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.
12. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koel-
vloeistofreservoir ondersteboven om
leeg te maken.
13. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
14. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
15. Sluit de koelvloeistofradiatorslang aan
en zet dan de schroef in de slangklem
vast.1. Koelvloeistofreservoir
2. Bout (× 2)
1. Brandstoftoevoerslang (× 2)
1. Dop van koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout (× 2)
U5SLD0.book Page 17 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 75 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
16. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.OPMERKING:_ Controleer of de onderlegring beschadigd
is en vervang indien nodig. _17. Giet de aanbevolen koelvloeistof in
het reservoir tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop van het koelvloeistofreservoir
aan.
18. Monteer het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten aan te
brengen.
19. Steek de brandstofslangen in de gelei-
der en plaats ze in de oorspronkelijke
positie.20. Breng het stroomlijnpaneel B aan.
21. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator tot hij vol is.
DC000080
LET OP:_
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
_
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1,0 m·kgf)
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Totale hoeveelheid:
2,15 L
Inhoud koelvloeistofreservoir
(tot aan de merkstreep voor
maximumniveau):
0,25 L
U5SLD0.book Page 18 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 76 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
22. Breng de radiatorvuldop aan, start de
motor, laat een paar minuten stationair
draaien en zet hem dan uit.
23. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig zoveel
koelvloeistof bij tot het niveau bovenin
de radiator staat en breng dan de ra-
diatorvuldop aan.
24. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
25. Sluit het luchtaanzuigkanaal aan en
zet dan de slangklemschroef vast.
26. Breng het paneel en het stroomlijnpa-
neel aan.
DAU04946*
Controleren van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gecon-
troleerd volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig het luchtfiltere-
lement vaker als u in zeer stoffige of vochti-
ge gebieden rijdt.
1. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-19 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen van het be-
stuurderszadel.)2. Verwijder de tankbevestigingsbouten
en licht dan de brandstoftank op.
1. Bout (× 2)
U5SLD0.book Page 19 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 97 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-40
6
DAU04981
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en zekeringenkastje
1 bevinden zich onder het bestuurdersza-
del. (Zie pagina 3-19 voor instructies over
verwijderen en aanbrengen van het be-
stuurderszadel.)Zekeringenkastje 2 bevindt zich achter pa-
neel B. (Zie pagina 6-7 voor het verwijderen
en aanbrengen van het paneel).Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.1. Reservehoofdzekering
2. Hoofdzekering
3. Zekeringenkastje 1
4. Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem
5. Zekering richtingaanwijzers, achterlicht,
kentekenverlichting, parkeerlicht en
alarmverlichting
6. Reservezekering
1. Zekeringenkastje 2
2. Koplampzekering
3. Zekering radiatorkoelvin
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Zekering kilometerteller, klok en
startblokkeersysteem (reservezekering)
7. Reservezekering (× 2)
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 40 A
Zekeringenkastje 1:
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem: 15 A
Zekering richtingaanwijzers,
achterlicht,
kentekenverlichting,
parkeerlicht en
alarmverlichting: 10 A
Zekeringenkastje 2:
Koplampzekering: 20 A
Zekering
signaleringssysteem: 15 A
Zekering radiatorkoelvin: 15 A
Zekering
ontstekingssysteem: 15 A
Zekering kilometerteller,
klok en
startblokkeersysteem
(reservezekering): 10 A
U5SLD0.book Page 40 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 110 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-53
6
Oververhitte motor
DW000070
WAARSCHUWING
_
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
_CT-2ADOPMERKING:_ Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen. _ Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.Er is geen
lekkage.
U5SLD0.book Page 53 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM