
26-05-2003
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN31
INSTRUMENTENPANEEL: BENZINE (AUTOMATISCHE TRANSMISSIE) (3-/5-deurs en 206 SW)
1.
Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2. Verklikkerlampje uitschakeling airbag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbagsen zij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeer-systeem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsintervalindicator en motorolieniveaumeter
9. Richtingaanwijzer rechts 10.
Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storing elektronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruken motorolietemperatuur
16. Verklikkerlampje koelvloeistoftemperatuur en te laag koelvloeistofniveau
17. Schakelprogramma's
18. Schakelstandindicatie 19.
Schakelaar dagteller/kilometerteller
20. Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP)
21. Snelheidsmeter
22. Koelvloeistoftemperatuurmeter
23. Toerenteller
24. Dimmer dashboardverlichting
25. Brandstofmeter
26. Verklikkerlampje brandstofreserve
27. Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.

26-05-2003
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN33
Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
Dit lampje gaat branden als, bij inge- schakeld contact, de bestuurder zijn vei-ligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat na enke-le seconden uit. Als het lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, wijst dit opeen storing in het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu
Wijst op:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dyna- moriem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
Gaat bij het aanzetten van het con- tact branden. Als het lampje bij draaiende motor gaat branden, wijst dit op een defectin het injectie-/ontstekingssysteem ofin de emissieregeling. De katalysatorkan dan beschadigd raken (alleenbenzinemotor).
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
Dit lampje blijft elke keer dat het con-tact wordt aangezet enkele secondenbranden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt als tijdens het rijden het verklik-kerlampje op de schakelaar ESP/ASRknippert en vervolgens blijft branden ofals het lampje tijdens het rijden gaatbranden. Het verklikkerlampje gaat knipperen als het systeem in werking treedt. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje branden.
* Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampje water in brandstoffilter (diesel)*
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Er bestaat kans op schade aan het inspuitsysteem. Verklikkerlampje uitschakeling airbagpassagier*
Het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de mel-ding "Airbag passagier uitgescha-
keld" op het multifunctionele display.
Als de airbag aan passagierszijdeuitgeschakeld is, gaat het verklikker-lampje branden als het contact wordtaangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lam-
pje knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjebrandstofreserve
Op het moment dat dit lampje gaat bran-den bedraagt de actieradius nog mini-
maal 50 km (tankinhoud: ca. 50 liter). Voorgloeien (diesel)
Wacht met het starten van de motortot dit lampje uit is. Als de temperatuur al hoog genoeg is gaat het lampje gedurende minderdan 1 seconde branden en kunt u demotor direct starten.

26-05-2003
RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat,maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctieAutoradio RB3: Druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: Druk op de toets R.
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3: Druk kort op de toets "BND/AST"om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Autoradio RD3: Druk kort op de toets Rom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Lof Nom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.
Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Lof Nom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 206 IN DETAIL
48

26-05-2003
Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets Lof Nom respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: Houd de toets "BND/AST"langer dan twee seconden ingedrukt.
Autoradio RD3: Houd de toets "R"langer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 sterkste FM-zenders op. Deze zenders worden op de FMast-band opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd. Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
UW 206 IN DETAIL 49

26-05-2003
CASSETTESPELER: AUTORADIO RB3 Selecteren van de cassettespelerZodra een cassette in de cassettespeler wordt gestoken, zal automatisch worden begonnen met afspelen van deze cassette. Als er al een cassette in de speler zit, druk dan herhaaldelijk op de toets "SRC"totdat de cassettespeler is
geselecteerd.
Opmerking: Controleer voor het insteken van een cassette of de magneetband goed is gespannen.
Uitwerpen van de cassette Druk de 2 toetsen Fen Glang in om de cassette uit de cassettespeler te werpen.
Afspeelrichting De cassettespeler speelt beide zijden van de band na elkaar af door aan het eind van de band de afspeelrichting automa- tisch om te keren. Druk de toetsen Fen Ghalf in om handmatig de afspeelrichting van de cassette om te keren.
Snel vooruit en terugspoelen Druk ŽŽn van de toetsen Fof Ggeheel in om de cassette snel vooruit of terug te spoelen. Na het spoelen tot het eind zal
het apparaat de zijde die daar begint, afspelen.
Gebruiksvoorschriften cassettes Ð Gebruik alleen cassettes van goede kwaliteit. Ð Gebruik geen cassettes met een langere speelduur dan 90 minuten.Ð Leg cassettes niet op een warme plaats en houd ze uit de zon.Ð Zorg ervoor dat het bandje is gespannen voordat de cassette in de speler wordt gestoken.Ð Reinig regelmatig de koppen met een speciale cassette met reinigingsvloeistof.
UW 206 IN DETAIL
52

26-05-2003
CD-WISSELAAR Selecteren van de CD-wisselaarAutoradio RB3: Druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: Druk op de toets P.
Selecteren van een CD Druk op ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" van de autoradio om de gewenste CD te selecteren.
Selecteren van een nummer van een CD Druk op de toets Lom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Nom terug te gaan naar het begin van het afgebeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelenHoud ŽŽn van de toetsen Lof Ngeheel ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen. Het versneld afspelen
stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CD-wisselaar is geselecteerd: Ð autoradio RB3: de toets "SRC"twee seconden ingedrukt.
Ð autoradio RD3: de toets Ptwee seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets opnieuw twee seconden in om weer op normaal spelen over te schakelen.
UW 206 IN DETAIL
54
Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.

26-05-2003
RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat,maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctieAutoradio RB3: Druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: Druk op de toets R.
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3: Druk kort op de toets "BND/AST"om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Autoradio RD3: Druk kort op de toets Rom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Lof Nom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.
Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Lof Nom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 206 IN DETAIL
48

26-05-2003
Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets Lof Nom respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: Houd de toets "BND/AST"langer dan twee seconden ingedrukt.
Autoradio RD3: Houd de toets "R"langer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 sterkste FM-zenders op. Deze zenders worden op de FMast-band opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd. Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
UW 206 IN DETAIL 49