167
NOODSTART
Als de Lancia CODE er niet in slaagt
om de startblokkering op te heffen,
blijven het controlelampje ¢en het
waarschuwingslampje Ubranden en
start de motor niet. Voor het starten
van de motor is het nodig een nood-
start uit te voeren.
Wij raden u aan om eerst de in-
structies goed te lezen voordat u de
motor op deze wijze start.
Als er tijdens deze noodstartproce-
dure een vergissing wordt gemaakt,
moet de contactsleutel in stand STOP
worden gedraaid en de gehele proce-
dure vanaf het begin (punt 1) worden
herhaald. 1)Lees de 5-cijferige elektronische
code die op de CODE-card staat ver-
meld.
2) Draai de contactsleutel in stand
MAR.
3) Trap het gaspedaal geheel in en
houd het ingetrapt. Het waarschu -
wings lampje Uvan het inspuitsys -
teem gaat ongeveer 8 seconden bran-
den. Zodra het lampje is gedoofd,
moet u het gaspedaal loslaten. Het
waar schuwingslampje Ubegint te
knipperen.
4) Als het lampje evenveel keer heeft
geknipperd als het eerste cijfer van de
code op uw CODE-card, moet u het
gaspedaal intrappen en ingetrapt hou-
den totdat het lampje U4 seconden
heeft gebrand. Zodra het lampje is ge-
doofd, moet u het gaspedaal loslaten.
5) Het lampje U gaat weer knippe-
ren: als het lampje evenveel keer heeft
geknipperd als het tweede cijfer van
de code op uw CODE-card, moet u
het gaspedaal intrappen en ingetrapt
houden.
6) Herhaal deze procedure voor de
overige cijfers van de code op uw
CODE-card. 7)
Houd bij het laatste cijfer het gas -
pedaal ingetrapt. Het lampje U
gaat 4 seconden branden. Zodra het
lampje is gedoofd, moet u het gas -
pedaal loslaten.
8) Als het lampje Uongeveer 4 se-
conden snel gaat knipperen, is de pro-
cedure op de juiste wijze uitgevoerd.
9) Start de motor door de contact-
sleutel van stand MARin stand AVV
draaien, zonder de sleutel in stand
STOP te plaatsen.
Als het lampje U blijft branden,
draai dan de contactsleutel in stand
STOP en herhaal de procedure vanaf
punt 1).
BELANGRIJK Bij elke volgende
startpoging van de motor moet deze
noodstartprocedure worden herhaald.
Wij raden u daarom aan om na het
uitvoeren van een noodstart een
Lancia-dealer te raadplegen.
198
Houdt u bij het slepen van
de auto aan de wettelijke
voorschriften. Dit geldt zo -
wel voor het slepen zelf als voor het
gedrag naar andere weggebruikers.
Draai voor het slepen de sleutel in
stand MAR en vervolgens in stand
STOP zonder de contactsleutel uit
het slot te verwijderen. Als de con-
tactsleutel uit het contactslot wordt
genomen, schakelt automatisch het
stuurslot in waardoor het onmoge-
lijk wordt de auto te besturen.Houd
er rekening mee dat de rem- en
stuurbekrachtiging niet werken, zo-
lang de motor niet is aangeslagen,
waardoor meer kracht nodig is voor
de bediening van het rempedaal en
het stuur.Gebruik voor het slepen
geen elastische kabels en rijd zo ge-
lijkmatig mogelijk. Controleer tij-
dens het slepen of de sleepkabel
geen carrosseriedelen kan bescha-
digen.Start tijdens het slepen
de motor niet.BIJ EEN ONGEVAL
– Het is belangrijk altijd rustig te
blijven.
– Als u niet direct bij het ongeval
betrokken bent, stopt u dan op een
afstand van ten minste een tiental
meters van het ongeluk.
– Stop bij ongevallen op de snelweg
zo mogelijk in de berm en laat de
vlucht strook vrij.
– Zet de motor uit en schakel de
waarschuwingsknipperlichten in.
– Verlicht als het donker is met de
koplampen de plaats van het ongeval.
– Wees voorzichtig, voorkom het
risico van een aanrijding.
– Geef het ongeval aan door de ge-
varendriehoek goed zichtbaar en op
de wettelijk voorgeschreven afstand te
plaatsen.
– Waarschuw de hulpinstanties en
geef zo duidelijk mogelijke informa-
tie. Gebruik op de snelweg de daar-
voor bestemde praatpalen.