ToetsFunctie radio Functie cassettespeler Functie CD-wisselaar Functie PHONE-IN
Kort 2 tot 4 sec. > dan 4 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec.
indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
73
TAPE, CD,
RADIO,
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets
LEARN SCAN
ON/OFF (onge-
veer 10 sec.)
FM: Functie
IS LEARN
Weergave
frequentie en eigen para-
meters
Linksom en recht-
som draaien: func-
ties selecteren In-
drukken:geselec-
teerde functies
bevestigen
FM1, FM2, FM3,
MW, LW AUDIO MUTE
ON/OFF
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien: volume
verhogen
AF: Functie
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
FM: AUTOSTORE
AM: AUTOSTORE CD, RADIO,
PHONE, TAPE
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom draaien:
volume verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets MSS
ON/OFF
HANDMATIG
terugspoelen
AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
RADIO, PHONE,
TAPE, CD
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien: volume
verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets
TRACK SCAN
ON/OFF (onge-
veer 10 seconden)
Status
CD-wisselaar (
)AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON TAPE, CD,
RADIO, PHONE
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien:
volume verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
MODE
AUDIO
VOL
LOUD TPAF
SCANN MSS
IS
EXP
15
BAND
(n) Frequenties in geheugen opslaan onder de voorkeuzetoetsen 1÷6 (u) Programmatype opslaan (PTY) (
ToetsFunctie radio Functie cassettespeler Functie CD-wisselaar Functie PHONE-IN
Kort 2 tot 4 sec. > dan 4 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec.
indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken
q
r
s
t
u
v
w
74
AM: Automatisch zenderzoeken
FM: LEARN
SCAN
FM SEARCH
PTY: Volgend program-
matype se-
lecteren
AM: Automatisch zenderzoeken
FM: LEARN SCAN
FM SEARCH
PTY: Vorig pro- grammatype
selecteren
Keuzetoets
STEREO/MONO
Keuzetoets
maximum
ontvangst-
gevoeligheid
Scherm met ra-
dio-instellingen
Lichtsterkterege-
ling display
Klep openen
Cassette
uitwerpen AM: Handmatig
zoeken
FM: Keuze t ussen
IS SCAN en
RDS SEARCH
PTY: Autom. zoe -
ken naar gese-
lecteerd pro-
grammatype
(PTY)
AM: Handmatig zoeken
FM: Keuze tussen IS SCAN en
RDS SEARCH
PTY: Autom. zoe -
ken naar ge-
selecteerd
program-
matype (
PTY)
Lichtsterkte -
regeling display FM: Handmatig
zenderzoeken
FM: Handmatig zoeken
Lichtsterkte -
regeling display Snel vooruit
spoelen
Met ingeschakeld
MSS:muziekstuk
overslaan/volgend
muziekstuk zoeken
Snel achteruit
spoelen
Met ingeschakeld
MSS: muziekstuk
overslaan/begin
van muziekstuk
zoeken
Keuze Dolby B
ON/OFF
Lichtsterkterege-
ling display
Klep openen
Cassette
uitwerpen
Lichtsterkterege-
ling displayVolgend muziek-
stuk selecteren
Voorgaand
muziekstuk
selecteren
Lichtsterkterege-
ling display
Klep openen
Cassette
uitwerpenSnel vooruit
spoelen
Snel terug-
spoelen
Lichtsterkterege-
ling display
Snel terug-
spoelen
Lichtsterkterege-
ling display
Klep openen
Cassette
uitwerpen
Lichtsterkterege-
ling display
DOLBY MONO
DX
HELP
RADIO
LIGHT
°
( n ) Frequenties in geheugen opslaan met de voorkeuzetoetsen 1÷6 ( u) Programmatype opslaan (PTY) ( ) Status ingeschakelde CD-functies
75
ALGEMENE INFORMATIE
DiefstalbeveiligingDe autoradio is uitgerust met een
diefstalbeveiliging die bestaat uit een
geheime 4-cijferige code.
De diefstalbeveiliging zorgt ervoor
dat de autoradio onbruikbaar wordt
als deze bij diefstal uit het dashboard
wordt weggenomen.
CODE-card
Op het registratiebewijs van de auto -
radio zijn het model, het serienummer
en de bijbehorende geheime code op-
genomen.
Het serienummer komt overeen met
het nummer dat op het apparaat is
aangebracht.
De CODE-card vereenvoudigt bij
eventuele diefstal de opsporing en
geeft in combinatie met het eigen-
domsbewijs de verzekeringsmaat-
schappij de gelegenheid tot vervolging
van de dader.
Bewaar de documenten altijd op een
veilige plaats. Veiligheid
Als de code is ingevoerd, wordt de
autoradio elektronisch beveiligd bij
onderbreking van de voeding van de
autoradio.
U kunt de radio weer in bedrijf stel-
len door de geheime code in te voeren.
Display
Als de voeding wordt onderbroken
nadat de code is ingevoerd, moet de
tijd en de datum worden ingesteld.
Zie voor het uitvoeren van deze han-
deling en het instellen van de licht-
sterkte van het display de paragraaf
“ICS van Lancia met multifunctioneel
display”.
Werking met mobiele telefoon
De radio is voorbereid voor de aan-
sluiting van een handsfree mobiele te-
lefoon.
Tijdens de werking van de mobiele
telefoon, wordt de geluidsweergave
van de radio onderdrukt. IN-/UITSCHAKELEN
De autoradio en het ICS schakelen
automatisch in als bij het starten van
de motor de contactsleutel in stand
MAR wordt gedraaid. De autoradio
schakelt uit als de contactsleutel in
stand STOP wordt gedraaid.
Bij uitgeschakelde of uitgenomen
contactsleutel schakelt de radio in als
op knop 9 (fig. 72) wordt gedrukt. De
autoradio schakelt na ongeveer 20
minuten automatisch uit. In dat geval
kan de lichtsterkte van het display
niet geregeld worden.
De wijze waarop de autoradio bij het
starten van de motor in- of uit-
schakelt, kan worden gewijzigd met
de IGN-functie (zie de paragraaf van
de EXPERT-functies die geactiveerd
kunnen worden door op toets 14
EXP) te drukken.
KNOP VOOR HET SELEC TE -
REN/BEVESTIGEN VAN FUNC -
TIES EN VELDWAARDEN (15)
Met knop 15 (fig. 72) rechts op het
bedieningspaneel kunnen op elk
scherm de afzonderlijke parameters geselecteerd en gewijzigd worden.
76
Als u de knop rechts- of linksom
draait, gaat u van de ene naar de an-
dere parameter.
Het opschrift bij de geselecteerde
parameter wordt verlicht.
Als u de knop indrukt, wordt de
keuze van de weergegeven parameter
bevestigd.
VOLUMEREGELING
Volume
Het volume kan geregeld worden
door knop 9 (fig. 72) te draaien. Als
u de knop rechtsom/linksom draait,
wordt het volume respectievelijk
verhoogd/verlaagd.
Op het display verschijnt een rege-
laar met 16 streepjes, die geleidelijk
oplichten als het volume wordt
verhoogd. Ongeveer 5 seconden na de
instelling verdwijnt de regelaar auto-
matisch van het display.
Het volume kan ook worden ge -
regeld met de toetsen op het stuurwiel
A (fig. 73) (verhogen) en C (ver -
lagen) (indien aanwezig). Volumeregeling tijdens
verkeersinformatie
Gebruik de TAVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Volumeregeling bij inschakelen Gebruik de ONVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Snelheidsafhankelijke
volumeregeling Gebruik de SCVVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Volume op nul zetten (MUTE) Druk langer dan 1 seconde op toets
AUDIO 8 om het volume op nul te
zetten.
Druk nogmaals langer dan 1 se-
conde op toets AUDIO 8 om het vo-
lume weer in te schakelen. Volume op nul zetten tijdens een
telefoongesprek
Gebruik de PHONE-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
OPROEPTOETS RADIO-
INSTELLINGEN (21) Als u op toets HELP RADIO 21
( fig. 72) drukt met de contactsleutel
in stand MAR en na het verdwijnen
van het LANCIA-embleem, verschijnt
het scherm met de ingestelde radio-
functies en de bijbehorende waarden:
– VOLUME
– BASS
– TREBLE
– BALANCE
– FADER
– ZENDER 1
– ZENDER 2
– ZENDER 3
– ZENDER 4
– ZENDER 5
78
BELANGRIJKHet systeem slaat de
verschillende AUDIO-instellingen in
het geheugen op tijdens het beluiste-
ren van iedere audiobron (TAPE –
RADIO – CD – PHONE) en roept ze
weer op als de betreffende geluids -
bron wordt gekozen.
Loudness-functie (LOUD) (10)
De LOUDNESS wordt in-/uitge-
schakeld door op toets LOUD 10 (fig.
72) te drukken.
Als deze functie is ingeschakeld, ver-
betert de geluidskwaliteit bij een laag
volume.
Als de functie is ingeschakeld, ver-
schijnt op het display het opschrift
“LOUD”.
Op de uitvoeringen met hifi-sys -
teem, wordt de Loudness-functie
auto matisch ingeschakeld.
Functie Dolby/Mono
(
M-MONO) (19)
De functie
M -MONO wordt in-/uit-
geschakeld door op toets
M -MONO 19
( fig. 72 ) te drukken. Het is raadzaam deze functie te ge-
bruiken als op een zender is afge-
stemd die erg stoort, om de achter-
grondruis te verminderen. Als de
functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het opschrift “STEREO”.
Als de cassettespeler is ingeschakeld,
is het raadzaam deze functie in te
schakelen als de afgespeelde cassette
van slechte kwaliteit is, om de achter -
grondruis te verminderen. Als de
functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het symbool
M.
De Dolby-ruisonderdrukking wordt
gefabriceerd onder licentie van de
Dolby Laboratories Licensing Corpo-
ration. Dolby en het “D”-symbool (
M)
zijn door de Dolby Laboratories
Licensing Corporation gedeponeerde
handelsmerken.
KEUZEMOGELIJKHEID
VOOR GELUIDSBRON
(RADIO/CASSETTE/CD)
De gewenste geluidsbron kan
worden ingeschakeld door op toets
MODE 7 te drukken totdat de be-
schikbare mogelijkheden verschijnen.
Druk vervolgens meerdere keren kort op de toets om de gewenste geluids
-
bron te kiezen:
– TAPE = cassettespeler
– CD = CD-speler (indien aanwezig)
– RADIO = afstemming op FM, MW
en LW
–
PHONE = (alleen als de mobiele te-
lefoon is geïnstalleerd).
Enkele seconden na de laatste keuze
verdwijnt automatisch het scherm
met de keuzemogelijkheid voor ge-
luidsbron.
RADIO
Zenderbandkeuze
FM-zenderband: druk herhaaldelijk
op toets BAND 16 totdat op het dis -
play de gewenste zenderband “FM1”,
“FM2” of “FM3” verschijnt.
AM-zenderband: druk meerdere ke-
ren kort op toets BAND 16 totdat op
het display het opschrift “MW” (mid-
dengolf) of “LW” (lange golf) ver-
schijnt.
79
Last Station MemoryNadat een zenderband is gekozen, is
het mogelijk het laatste program-
matype/de laatste zender waarop was
afgestemd op deze zenderband te be-
luisteren (Last Station Memory).
Bij Last Station Memory slaat de in-
stallatie de instellingen op die voor
het uitzetten van de installatie waren
ingevoerd: geselecteerde zender, cas-
sette, CD voor weergave bij de vol-
gende inschakeling.
Ontvangst in stereo - FM
U ontvangt een uitzending in stereo
als op het display het opschrift
“STEREO” verschijnt.
Verkeersinformatie ontvangen
(TP)
TP (Traffic Program) = RDS-
zenders met verkeersinformatie. TP-functie in-/uitschakelen
Druk om de functie in te schakelen
kort op toets TP/AF 11(fig. 72 ).
Als de functie is ingeschakeld, ver-
schijnt op het display het opschrift
“TP”.
BELANGRIJK Als de zender waar -
op is afgestemd geen RDS-zender is
die verkeersinformatie kan uitzenden,
wordt automatisch afgestemd op een
zender die wel verkeersinformatie uit-
zendt.
Onderbreking van de
verkeersinformatie
Druk kort op toets TP/AF 11. De
mogelijkheid verkeersinformatie te
ontvangen blijft echter bestaan.
Met het EON-systeem kan op radio-
zenders, waarop niet is afgestemd,
verkeersinformatie worden ontvan-
gen, en wordt de zender waarop was
afgestemd onderbroken.Met de EON-
functie kan tijdens het beluisteren van
een zender, worden afgestemd op een
andere zender van hetzelfde netwerk
die verkeersinformatie uitzendt (al-
leen bij ingeschakelde TP-functie); hierna wordt weer afgestemd op de
oorspronkelijke zender.
BELANGRIJK De verkeersinforma-
tie wordt op een laag volumeniveau
weergegeven. Dit volume kan worden
veranderd via het EXPERT-menu.
Als u alleen naar verkeersinformatie
wilt luisteren, moet u de functie “ont-
vangst van verkeersinformatie-TP”
d.m.v. toets TP/AF 11 inschakelen en
het volume op nul zetten met knop 9
( fig. 72 ).
Tijdens het uitzenden van verkeers -
informatie, wordt de eventuele weer-
gave van een cassette of CD onder-
broken.
Alternatieve frequentie (AF)
Als u naar een RDS-programma
luis tert dat door meerdere zenders
met verschillende frequenties wordt
uitgezonden, dan stemt de autoradio
automatisch af op de sterkste zender.
BELANGRIJK Als u zich in een
slecht ontvangstgebied bevindt, kun-
nen de frequentiewisselingen herhaal-
delijk door pauzes worden onder-
81
In dit geval wordt er gezocht naar
zenders met programmacode.
Als u kort op toets 17of 18 drukt,
kunt u de zenders in de gewenste
rich ting uit het geheugen oproepen.
Tijdens het zenderzoeken verschijnt
op het display het opschrift “IS-
SCAN”.
IS-functie uitschakelen.
Druk ongeveer 3 seconden op toets
17 of 18totdat op het display het
opschrift “IS —” verschijnt.
Vervolgens verschijnt het opschrift
“IS OFF”.
Bij uitgeschakelde IS-functie wordt
er met een oplopende frequentie ge-
zocht.
Het automatisch zenderzoeken
wordt beschreven in de betreffende
paragraaf.
De laatste manier van zenderzoeken
wordt in het geheugen opgeslagen
(“IS ON” of “IS OFF”). Voorkeuzetoetsen 1, 2, 3, 4, 5, 6
Druk meerdere keren kort op toets
BAND 16 en selecteer de zenderband
FM1, FM2, FM3, MW of LW.
Zenderafstemming/RDS-
programma
Als de geselecteerde RDS-zender
(bijv. “FM1”) al is opgeslagen onder
één van de voorkeuzetoetsen 1t/m 6,
verschijnt op het display het betref-
fende cijfer, bijv. “3” voor de geheu-
genpositie 3.
Zenderafstemming/RDS-
programma
Druk langer dan twee seconden op
één van de voorkeuzetoetsen 1t/m 6,
totdat de zender niet meer hoorbaar
is.
De AF-zenders worden samen met
de zender opgeslagen. RDS-zenders/programma’s uit
geheugen oproepen
Druk meerdere keren kort op toets
BAND 16 en selecteer de zenderband
FM1, FM2, FM3, MW of LW.
Druk kort op één van de voorkeuze-
toetsen 1t/m 6.
Ook als de voeding voor de auto -
radio onderbroken is geweest en u
opnieuw de voeding aansluit, worden
de onder de voorkeuzetoetsen opge-
slagen zenders niet gewist.
Afstemming op RDS-
zenders/programma’s met
automatisch zenderzoeken
1) Druk meerdere keren kort op
toets BAND 16 en selecteer de
zender band: FM1, FM2, FM3, MW
of LW.
Bij automatisch zenderzoeken op de
zenderband FM 1, FM 2 of FM 3
moet de IS-functie zijn uitgeschakeld.
Druk ongeveer 3 seconden op toets 17
of 18 totdat op het display het op -
schrift “IS —” verschijnt. Vervolgens
verschijnt het opschrift “IS OFF”.
84
NATIONAL Nationale program-ma’s
OLDIES Golden Oldies
FOLK M Folkmuziek
DOCU Radiodocumentaires
NO PTY Identificatie van het programmatype ont-
breekt
Automatisch zenderzoeken PTY Er zijn twee mogelijkheden om het
automatisch zenderzoeken te active-
ren en een programmatype te selecte-
ren.
1) Aan de 6 toetsen voor PTY-pro-
gramma’s (voorkeuzetoetsen 1 t/m 6
zijn 6 programmatypes toegekend. De
ingestelde programmatypes kunnen
naar wens worden gewijzigd.
2) U kunt een programmatype van
de geheugenlijst selecteren en vervol-
gens het automatisch zenderzoeken
starten.
De procedure wordt beschreven in
de volgende paragrafen. PTY-functie
1) PTY-functie inschakelen
Druk ongeveer 6 seconden op toets
TP/AF 11 , totdat op het display het
opschrift “PTY ON” verschijnt.
Daarna wordt het laatst geselecteerde
programmatype weergegeven (bijv.
“POP”).
2) Programmatype instellen
Druk kort op één van de voorkeuze-
toetsen 1t/m 6. De automatische
zoekfunctie PTY stemt automatisch
af op de volgende zender die het voor-
geselecteerde programma uitzendt en
toont korte tijd het programmatype
(bijv. “POP”). Daarna verschijnt de
zender en het opschrift “PTY”.
– of –
Druk herhaaldelijk op toets 17of 18
totdat op het display het gewenste
programmatype verschijnt. Druk ongeveer 2 seconden op toets
17 of 18 totdat het automatisch
zenderzoeken start (PTY). De auto-
matische zoekfunctie PTY stemt auto -
matisch af op de volgende zender die
het voorgeselecteerde programma type
uitzendt en toont het programma type
(bijv. “POP”) en het opschrift “PTY”.
BELANGRIJK Als geen enkele zen-
der het geselecteerde programmatype
uitzendt, wordt afgestemd op de
laatst geselecteerde zender en wordt
de PTY-functie uitgeschakeld.
3) PTY-functie uitschakelen
Deze functie schakelt na 10 secon-
den automatisch uit.
PTY-programma opslaan
Voorkeuzetoetsen
De standaardinstelling is: 1 NEWS,
2 SPORT, 3POP, 4ROCK M, 5
CLASSICS en 6EDUCATIE.