126
LUIDSPREKERS VOOR(fig. 145)
(optional)
De luidsprekers voor worden gemon-
teerd in de daarvoor bestemde openingen
in de voorportieren.
A - vakken voor tweeters
B - vakken voor woofers
LUIDSPREKERS ACHTER
(
fig. 146)
(optional)
De luidsprekers achter worden gemon-
teerd in de daarvoor bestemde openingen
(A) in de achterportieren.
P4U00134
fig. 145
P4U00135
fig. 146
Bij de Alfa Romeo-
dealer zijn een autora-
dio en luidsprekers ver-
krijgbaar die speciaal voor de Al-
fa 156 zijn ontworpen.Laat de in-
stallatie van de autoradio en de
luidsprekers uitsluitend door de
Alfa Romeo-dealer uitvoeren. Zo
bent u verzekerd van het beste
resultaat en wordt voorkomen
dat er iets kan gebeuren waar-
door de garantie in gevaar wordt
gebracht.
P4U00119
fig. 144
INBOUWVAK AUTORADIO
(
fig. 144)
De autoradio kan worden ingebouwd in
de daarvoor bestemde ruimte op de mid-
denconsole (A ).
Na het verwijderen van het vak worden
de coaxkabel van de antenne, een stek-
ker voor de voeding van de autoradio en
een stekker om de autoradio op de luid-
sprekers aan te sluiten bereikbaar.
127
Tank nooit loodhouden-
de benzine omdat hier-
door de katalysator on-
herstelbaar kan beschadigen. Als
in de tank loodhoudende benzine
terecht is gekomen (ook al is dat
zeer weinig), dan MAG DE MO-
TOR NIET WORDEN GESTART.
Probeer de benzine in de tank niet
te verdunnen met loodvrije super-
benzine, maar maak de tank en
het brandstofcircuit geheel leeg.
T ANKEN MET DE
ALFA 156
BENZINEMOTOREN
Omdat uw auto is
voorzien van systemen
om het milieu te bescher-
men mag uitsluitend loodvrije ben-
zine met een octaangetal van ten
minste 95 R.O.N. worden ge-
bruikt.
Als de geluidsappara-
tuur (autoradio, CD-spe-
ler, cassettespeler, enz.)
voorzien is van een “Diefstalbe-
veiligingscode”, dient u zich bij
het loskoppelen/aansluiten van
de accu of een andere onderbre-
king van de voeding strikt aan de
instructies van de fabrikant te
houden; omdat deze handelingen
door de diefstalbeveiliging gezien
worden als “ONGEAUTORI-
SEERD”.
Een beschadigde kata-
lysator laat schadelijke
stoffen in het uitlaat-
gas achter, waardoor het milieu
wordt vervuild.
Om te voorkomen dat per ongeluk lood-
houdende benzine wordt getankt, heeft
de vulopening van de tank zodanige af-
metingen dat er geen tankpistool voor
loodhoudende benzine kan worden inge-
stoken.
150
EXTRA ACCESSOIRES
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOON
Mobiele telefoons en andere radiozend-
apparaten (bijvoorbeeld 27 mc) mogen
alleen in de auto worden gebruikt als een
aparte antenne aan de buitenkant van de
auto wordt gemonteerd.
SUGGESTIES VOOR
NUTTIGE ACCESSOIRES
Onafhankelijk van de wettelijk verplich-
tingen, raden wij u aan het volgende aan
boord te hebben ( fig. 3):
– verbandtrommel met niet alcoholi-
sche, desinfecterende deppers, steriele
gaascompressen, verbandgaas, pleisters,
enz.,
– een zaklamp;
– een schaar met afgeronde punten,
– werkhandschoenen.
De afgebeelde en beschreven voorwer-
pen zijn opgenomen in het Alfa Romeo
Lineaccessori-programma.
Door het gebruik van
een mobiele telefoon,
een 27 mc-zender of ge-
lijksoortige apparaten in de auto
(zonder buitenantenne) ontstaan
elektromagnetische velden die, als
ze worden versterkt door de re-
flectie in het interieur, niet alleen
schadelijk voor de gezondheid van
de inzittenden kunnen zijn, maar
ook storingen in de elektrische
systemen van de auto (zoals de
regeleenheid van het motorma-
nagementsysteem, de regeleen-
heid van het ABS/EBD enz.) kun-
nen veroorzaken. Hierdoor wordt
de veiligheid in gevaar gebracht. Bovendien wordt de zend- en
ontvangstkwaliteit aanzienlijk
beperkt door de isolerende eigen-
schappen van de carrosserie.
P4U00140
fig. 3
172
Systeem/Componenten Zekering Ampèrage Plaats
Parkeerlicht linksvoor7 10A fig. 50
Parkeerlicht rechtsvoor6 10A fig. 50
Achterlicht links 6 10A fig. 50
Achterlicht rechts7 10A fig. 50
Dimlicht links 8 10A fig. 50
Dimlicht rechts4 10A fig. 50
Grootlicht links2 10A fig. 50
Grootlicht rechts1 10A fig. 50
Remlicht links 6 10A fig. 50
Remlicht rechts7 10A fig. 50
Derde remlicht13 10A fig. 50
Kentekenverlichting links 7 10A fig. 50
Kentekenverlichting rechts6 10A fig. 50
Achteruitrijlichten13 10A fig. 50
Mistachterlicht links 7 10A fig. 50
Mistachterlicht rechts6 10A fig. 50
Richtingaanwijzers -
W aarschuwingsknipperlichten 14 10A fig. 50
Mistlampen voor 15 15A fig. 52
Interieurverlichting - verlichting
dashboardkastje 12-13 10A fig. 50
Systeem/Componenten Zekering Ampèrage Plaats
Ruitenwissers, ruitensproeiers 10 20A fig. 50
Claxon 11 20A fig. 50
Elektrische ruitbediening
en portiervergrendeling 13 10A fig. 50
Elektrische ruitbediening voor 5 30A fig. 50
Elektrische ruitbediening
linksachter 4 20A fig. 52
Elektrische ruitbediening rechtsachter 5 20A fig. 52
Portiervergrendeling -
Bagageruimteverlichting 3 20A fig. 50
Elektrische achterklepontgrendeling 7 30A fig. 52
Achterruitverwarming15 30A fig. 50
Elektrische spiegelverstelling 13 10A fig. 50
Verwarming van buitenspiegels 15 30A fig. 50
Aansteker 9 15A fig. 50
Koplampsproeiers1 20A fig. 53
Koplampverstelling4 10A fig. 50
Instrumentenpaneel12 10A fig. 50
Controlelampje grootlicht 2 10A fig. 50
Controlelampje achterruitverwarming 15 30A fig. 50
Autoradio12 10A fig. 50
Diefstalalarm12 10A fig. 50
210
Bij werkzaamheden
aan de accu of in de
buurt van de accu, moet
u uw ogen altijd beschermen met
een speciale bril.
Als de accu wordt ge-
bruikt met een te laag
elektrolytniveau, wordt
de accu onherstelbaar bescha-
digd; de accubak kan barsten
waardoor het accuzuur kan weg-
lekken.
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische ap-
paratuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto.
Als u na aanschaf van uw auto ac-
cessoires wilt monteren die con-
stante voeding nodig hebben (dief-
stalalarm, autoradio, mobiele tele-
foon, enz.), raden wij u aan con-
tact op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer. Deze kan u de meest geschikte
installaties aanraden en controle-
ren of het noodzakelijk is een accu
met een grotere capaciteit te mon-
teren.
Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het is raad-
zaam om de accu door de Alfa
Romeo-dealer te laten vervan-
gen. De dealer beschikt over de
uitrusting voor het op milieu-
vriendelijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen de accu af
te voeren.Als u de auto langere
tijd stalt in extreem
koude omstandigheden
moet, om bevriezing te voorko-
men, de accu worden verwijderd
en op een verwarmde plaats
worden bewaard.ACCULADING MET OPTISCHE
HYDROMETER CONTROLEREN
De acculading kan kwalitatief gecontro-
leerd worden door de kleur van de op-
tische meter te controleren. Zie de vol-
gende tabel of de sticker (fig. 42) op
de accu bij punt ( B-fig. 41).
P4U00326
fig. 42
212
BELANGRIJKEen accu die gedurende
langere tijd minder dan 50% geladen is,
raakt door sulfatering beschadigd. Hierdoor
loopt de capaciteit en het startvermogen te-
r ug. Ook is de accu dan gevoeliger voor be-
vriezing (bij temperaturen onder -10°C).
Als u de auto langere tijd niet gebruikt, zie
dan “Auto langere tijd stallen” in het hoofd-
stuk “Correct gebruik van de auto”. Probeer een bevroren
accu niet op te laden:
eerst moet de accu ont-
dooid worden, anders loopt u het
risico dat de accu ontploft. Als de
accu bevroren is geweest, moet
worden gecontroleerd of de cellen
niet beschadigd zijn (risico op kort-
sluiting) en of de bak geen scheu-
ren vertoont, waardoor de giftige
en corrosieve vloeistof kan weg-
lekken.
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU TE
VERLENGEN
Houdt u, om snel ontladen van de accu
te voorkomen en de levensduur te verlen-
gen, zorgvuldig aan de volgende aanbe-
velingen:
– De klemmen moet altijd goed zijn be-
vestigd.
– Voorkom zoveel mogelijk het gebruik
van stroomverbruikers als de motor uit
staat (autoradio, waarschuwingsknipper-
lichten, parkeerverlichting, enz.).
– Wanneer u de auto parkeert, contro-
leer dan of de portieren, de motorkap en
het kofferdeksel goed gesloten zijn. Hier-
mee wordt voorkomen dat de interieur-
verlichting blijft branden.
– Maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie van de auto worden uit-
gevoerd eerst de minpool van de accu los.
–A ls u na aanschaf van uw auto acces-
soires wilt monteren die constante voe-
ding nodig hebben (diefstalalarm, hands-
free mobiele telefoon, navigatiesysteem
met anti-diefstalsatellietbewaking enz.),
raden wij u aan contact op te nemen met
de Alfa Romeo-dealer. Deze kan u de meest geschikte installaties uit het Alfa
Romeo Lineacccessori-programma aan-
raden en controleren of de elektrische in-
stallatie van de auto geschikt is voor het
extra stroomverbruik of dat het nood-
zakelijk is een accu met een grotere ca-
paciteit te monteren.
Deze stroomverbruikers blijven continu
stroom verbruiken ook bij een uitgeno-
men contactsleutel (geparkeerde auto,
motor uitgezet), waardoor de accu gelei-
delijk kan ontladen.
Het totale energieverbruik van deze
accessoires (standaard en achteraf ge-
monteerd accessoires) moet minder zijn
dan 0,6 mA x Ah (van de accu), zoals in
de volgende tabel staat vermeld:
Accu van Maximum stroomverbruikbij stilstaande motor
50 Ah 30 mA
60 Ah 36 mA
70 Ah 42 mA
214
BOUGIES
Indien de motor onregelmatig loopt,
laat dan de bougies uitsluitend door de
Alfa Romeo-dealer controleren.
WISSERBLADEN(fig.43)
Maak de wisserbladen regelmatig
schoon en controleer de conditie. Vervang
de wisserbladen als het rubber vervormd
of versleten is: –
Til de wisserarm van de voorruit en
plaats het wisserblad onder een hoek van
90° ten opzichte van de arm.
–Dr uk op lip (B ) van de veerklem en
verwijder het wisserblad van arm ( A).
– Als de veerklem uit het gebogen uit-
einde van de arm verwijderd is, moet het
wisserblad via de opening uit de wisser-
arm worden verwijderd.
– Plaats de nieuwe wisserarm, waarbij
het gebogen uiteinde van de wisserarm
( A ) door de opening moet worden ge-
stoken.
– Til het wisserblad omhoog zodat lip
(B) van de veerklem geblokkeerd wordt
in het gebogen uiteinde van de wisser-
arm.
– Duw de arm van de ruitenwisser om-
laag.
P4U00240
fig. 43
Als aan boord van de
auto extra systemen
moeten worden geïnstal-
leerd, moet goed op de juiste aan-
sluitingen worden gelet. Niet cor-
recte elektrische verbindingen
kunnen gevaarlijk zijn, vooral voor
de elementaire elektronische sys-
temen (ontsteking, inspuiting,
ABS.). Een niet correcte installatie
van een autoradio, diefstalalarm,
mobiele telefoon, enz. kan tot
storingen in de elektronische
regeleenheden leiden en de garan-
tie in gevaar brengen. Wendt u
voor deze werkzaamheden tot de
Alfa Romeo-dealer. Het stroom-
verbruik van na aankoop van de
auto gemonteerde accessoires
mag niet hoger zijn dan
20 mA (bij stilstaande motor).
De bougies moeten bij
de kilometerstanden
worden vervangen die
in het onderhoudsschema zijn
aangegeven. Gebruik uitsluitend
bougies van het voorgeschreven
type (zie tabel “Brandstofsys-
teem-ontsteking” in het hoofd-
stuk “Technische gegevens”):
Bougies met een afwijkende
warmtegraad kunnen motorsto-
ringen veroorzaken.
219
In dit hoofdstuk vindt u alle informatie die betrekking heeft op de
Alfa 156 Sportwagon en die een aanvulling vormt op datgene wat
al beschreven is in de voorgaande hoofdstukken van dit boek.PORTIEREN ........................................................................\
..............................pag. 220
ZITPLAATSEN
........................................................................\
....................................221
VEILIGHEIDSGORDELS
........................................................................\
..................222
ACHTERRUITWISSER - ACHTERRUITSPROEIER
..............................................223
BAGAGERUIMTE
........................................................................\
..............................224
INTERIEURUITRUSTING
........................................................................\
................233
T ANKEN MET DE ALFA 156 SPORTWAGON
....................................................233
IMPERIAAL-/SKIDRAGER
........................................................................\
.............234
AUTORADIO
........................................................................\
......................................234
AUTOMATISCHE NIVEAUREGELING OP DE ACHTERWIELOPHANGING
.234
EEN LEKKE BAND
........................................................................\
............................235
DEFECTE BUITENVERLICHTING
........................................................................\
...235
DEFECTE INTERIEURVERLICHTING
.....................................................................238
EEN DOORGEBRANDE ZEKERING OF RELAIS
.................................................239
ALFA 156