WEGWIJS IN UW AUTO
Wij raden u aan dit hoofdstuk te lezen terwijl
u comfortabel in uw nieuwe Lybra zit. Zo kunt
u de in dit boekje beschreven delen direct
herkennen en alles proberen.
Op deze manier raakt u in korte tijd vertrouwd
met de bedieningsknoppen en de installaties waar-
mee uw Lybra is uitgerust. Wanneer u de motor
start en de weg op gaat, zult u nog veel meer
aardige eigenschappen van uw nieuwe auto ont-
dekken.
DASHBOARD .................................................. 13
START-/CONTACTSLOT ................................ 14
LANCIA CODE ............................................... 15
DIEFSTALALARM .......................................... 18
ZITPOSITIE INSTELLEN .............................. 26
VEILIGHEIDSGORDELS ............................... 32
KINDEREN VEILIG VERVOEREN ................ 35
GORDELSPANNERS....................................... 39
AIRBAGS VOOR EN SIDE-BAGS.................... 40
INSTRUMENTENPANEEL ............................. 45
INSTRUMENTEN ........................................... 46
CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES 48 CHECK CONTROL ......................................... 54
ICS VAN LANCIA MET MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY ......................................................... 57
AUTORADIO................................................... 68
KLIMAATREGELING ..................................... 98
AIRCONDITIONING, AUTOMATISCH ........... 100
HULPVERWARMING ..................................... 110
HENDELS AAN HET STUUR......................... 111
BEDIENINGSKNOPPEN ................................. 114
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 117
AUTOMATISCHE SNELHEIDSREGELAAR
(CRUISE CONTROL)...................................... 118
INTERIEURUITRUSTING .............................. 121
OPENDAK ...................................................... 127
PORTIEREN ................................................... 129
BAGAGERUIMTE ........................................... 133
MOTORKAP.................................................... 136
DOP VAN DE BRANDSTOFTANK .................. 138
INBOUWVOORBEREIDING MOBIELE
TELEFOON .................................................... 139
INBOUWVOORBEREIDING TELEPASS......... 139
IMPERIAAL/SKI-DRAGER ............................. 140
KOPLAMPEN AFSTELLEN ........................... 140
EOBD-SYSTEEM ............................................ 141
ABS ................................................................. 142
AUTORADIO................................................... 144
12
13
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de instrumenten en de controlelampj\
es kunnen per uitvoering verschillen.
1) Luchtroosters voor lucht naar de zijruiten - 2) Uitstroomopeningen aan de zijkant - 3) Hoogteregelaar koplampen - 4) Instrumenten paneel -
5) Lichtsterkteregelaar instrumentenpaneel - 6)Multifunctioneel scherm van het ICS: autoradio, klokje, boordcomputer (\
Trip) en check
control - 7) Uitstroomopeningen in het midden - 8)Luchtrooster voor lucht naar de voorruit - 9) Airbag passagierszijde (indien aanwezig) -
10) Schakelaar voor uitschakelen van de airbag aan passagierszijde - 11)Dashboardkastje - 12) Beker-/blikjeshouder - 13)Schakelaar waar-
schuwingsknipperlichten - 14) Bedieningsorganen automatische airconditioning en schakelaar achterruitv\
erwarming - 15)Asbak en aan-
steker - 16) Schakelaar mistlampen voor en achter - 17) Pasjeshouder- 18) Bedieningshendel voor de ruitenwissers/sproeiers voor en
achter - 19) Start-/contactslot - 20)Claxon - 21) Bedieningshendel stuurwielverstelling - 22)Airbag bestuurderszijde - 23) Bedieningshendel
buiten ver lichting - 24) Opbergvakje/toegangsklepje zekeringenkastje - 25)Hendel voor ontgrendelen van de motorkap.
P4T0001fig. 1
14
START-/
CONTACTSLOT
De sleutel kan in 4 standen worden
gedraaid (fig. 2):
STOP: motor uit, sleutel uitneem-
baar, stuurslot geblokkeerd. Enkele
elektrische installaties werken (bijv.
autoradio).
MAR: contact aan. Alle elektrische
installaties werken.
AVV: starten van de motor.
PARK: motor uit, parkeerverlichting
aan, sleutel uitneembaar, stuurslot ge-
blokkeerd. Om de sleutel in stand
PARK te draaien, moet knop A
worden ingedrukt. STUURSLOT
Inschakelen: zet de sleutel in stand
STOP of PARK, trek de sleutel uit en
draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen: draai het stuur iets
heen en weer terwijl u de sleutel in
stand MAR draait.
fig. 2
P4T0005Als het start-/contactslot
is geforceerd (bijv. bij een
poging tot diefstal) moet u,
voordat u weer met de auto gaat
rijden, de werking van het slot
laten controleren bij een Lancia-
dealer.
Verwijder de sleutel altijd
uit het start-/contactslot als
u de auto verlaat, om on-
voorzichtig gebruik van de bedie-
ningsknoppen te voorkomen.
Vergeet niet de auto op de hand -
rem te zetten, en schakel de eerste
versnelling in als de auto op een
helling omhoog staat. Schakel de
achteruit in als de auto op een hel-
ling omlaag staat.
Verwijder de sleutel nooit
uit het contactslot als de
auto nog in beweging is.
Bij de eerste stuuruitslag blok -
keert het stuur automatisch. Dit
geldt in alle gevallen, ook als de
auto gesleept wordt.
Lege batterijen zijn scha-
delijk voor het milieu. Ze
moeten bij een daarvoor
bestemd depot worden ingeleverd.
Ze kunnen ook ingeleverd worden
bij een Lancia-dealer. Die zorgt
vervolgens voor de afvoer.
18
3) Vervang de batterijen en let daar-
bij op de polariteit.
De batterijen moeten worden ver-
vangen door exemplaren van het-
zelfde type, die normaal in de handel
verkrijgbaar zijn.
Na het vervangen van de batterij
werkt het lampje normaal als twee
keer op knop 1is gedrukt.DIEFSTALALARM
(indien aanwezig)
Het op de auto gemonteerde diefstala-
larm is goedgekeurd volgens de EU-
normen 95/56 en bestaat uit:
– een zender met radiofrequentie (in
de contactsleutel ingebouwd);
– een ontvanger met radiofrequen-
tie;
– een elektronische regeleenheid met
ingebouwde uitschakelbare sirene;
– uitschakelbare volumetrische sen-
soren (in de plafondverlichting voor);
– een kantelsensor;
– een drukschakelaar motorkap;
– een drukschakelaar kofferdek-
sel/achterklep; – een drukschakelaar portieren;
– een controlelampje;
– een schakelaar voor het uitschake-
len van het systeem;
– een sleutel voor de sleutelschake-
laar.
Het diefstalalarm wordt bediend via
een ontvanger en in-/uitgeschakeld
door de in de sleutel ingebouwde
knop A(fig. 6) in te drukken, waar-
door de geheime code wordt verzon-
den.
Het diefstalalarm, dat ook de cen-
trale portiervergrendeling bedient,
beveiligt tegen:
– het ongeoorloofd openen van
portieren, motorkap en kofferdeksel
(omtrekbeveiliging);
fig. 6
P4T0266
fig. 5
P4T0632
19
– het bedienen van het start-/con-
tactslot;
– de aanwezigheid van bewegende
lichamen in het interieur (volumetri-
sche beveiliging);
– het proberen op te krikken van de
auto;
– het doorknippen van de accu -
kabels en de kabels van de sleutel-
schakelaar.
De werking van de sirene en de
volumetrische beveiliging kunnen
naar wens worden uitgeschakeld, vol-
gens de hieronder vermelde aan -
wijzingen.
BELANGRIJK De startblokkering
wordt uitgevoerd door de Lancia
CODE en wordt automatisch inge-
schakeld als de contactsleutel uit het
slot wordt genomen. AFSTANDSBEDIENING (fig. 6)
De in de contactsleutel ingebouwde
afstandsbediening is uitgerust met een
knop Aen een rood lampje B ; de
knop schakelt de afstandsbediening in
en het lampje knippert als de zender
een code stuurt naar de ontvanger.
Deze code (type “rolling code”) is
gecodeerd door middel van een speci-
fiek algoritme en dus bij iedere ver-
zending verschillend.
Met de afstandsbediening met radio -
frequentie kan het diefstalalarm op
afstand (tot aan ongeveer 10 meter)
worden ingeschakeld, zonder te rich-
ten en ook als de ruiten van de auto
vuil zijn.
BELANGRIJK Als u op knop A
drukt en lampje B knippert één keer
kort, dan moet u zo snel mogelijk de
batterijen van de afstandsbediening
vervangen. Na het vervangen van de
batterijen werkt het lampje normaal
als twee keer op knop Ais gedrukt. ALARM INSCHAKELEN
Het alarm kan alleen worden inge-
schakeld als de contactsleutel in stand
STOP of PARK staat, of als hij is uit-
genomen.
Druk om het alarm in te schakelen
op knop A(fig. 6) op de contact sleutel
en laat de knop weer los.
Met uitzondering van bepaalde
markten, zendt de sirene een geluids-
signaal (“BIEP”) uit, knipperen, als
de centrale portiervergrendeling
wordt ingeschakeld, de richting -
aanwijzers ongeveer 3 seconden, en
begint het rode lampje C (fig. 7) bij
het stuurwiel te knipperen.
fig. 7
P4T0268
25
Lege batterijen zijn scha-
delijk voor het milieu. Ze
moeten bij een daarvoor
bestemd depot worden ingeleverd.
Ze kunnen ook ingeleverd worden
bij een Lancia-dealer. Die zorgt
vervolgens voor de afvoer. tels, de CODE-card, een identiteits
-
bewijs en de autopapieren mee.
Ministeriële goedkeuring
In overeenstemming met de wet -
geving in ieder land ten aanzien van
radiozendapparatuur:
–
zijn op de laatste pagina’s, na het al-
fabetisch register, de typegoedkeurin-
gen voor de verschillende landen
weergegeven;
– is voor de landen waar een zend-
machtiging verplicht is, de type-
goedkeuring op het component ver-
meld.
Afhankelijk van de uitvoering/markt
kan de code ook zijn aangebracht op
de zender en/of ontvanger.EXTRA AFSTANDSBEDIE -
NINGEN BESTELLEN
De ontvanger kan in totaal 8 af-
standsbedieningen herkennen.
Als u extra exemplaren hebt aange-
schaft, bedenk dan dat het program-
meren voor alle afstandsbedieningen
moet worden uitgevoerd als de auto
nieuw is.
Hierna maakt het diefstalalarm het
onmogelijk nieuwe zenders te pro-
grammeren. Zo wordt voorkomen dat
derden een andere afstandsbediening
“bekend maken” aan de regeleenheid.
Als u in loop der tijd een nieuwe af-
standsbediening nodig hebt, kunt u
zich tot een Lancia-dealer wenden.
Neem dan alle in uw bezit zijnde sleu-
fig. 11
P4T0632
57
– Boordcomputer (TRIP)
– Check control (*)
(*) Zie voor de beschrijving en de
werking de betreffende paragraaf.
BEDIENINGSORGANEN
1 - Keuzetoetsen autoradio/casset-
tespeler/CD (indien aanwezig)
2 – Knop voor in- en uitschakeling
ICS en autoradio en volume-/audio-
regeling
3 - Knop voor selecteren en beves -
tigen ICS-functies
4 - Toets voor weergave scherm van
de autoradio-instellingen
5 - Keuzetoets voor taal, f uncties
klokje en instelling snelheidslimiet
6 - Toets voor functies boordcom-
puter (TRIP)
7 - Toets voor traploze regeling
lichtsterkte sc herm.
P4T0037fig. 57
Het I.C.S. (Integrated Control
System) van Lancia is een geïnte-
greerd bedienings- en informatiesys -
teem met een multifunctioneel 5”
LCD-scherm (liquid cristal display),
dat ook door de passagier gelezen
kan worden. Het multifunctionele scherm toont
en regelt de volgende functies:
– Autoradio met cassettespeler en
CD (indien aanwezig) (*)
– Analoog/digitaal klokje
ICS VAN VAN LANCIA MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(zonder NAVIGATIESYSTEEM)
58
IN-/UITSCHAKELENHet ICS schakelt automatisch in als
u bij het starten van de motor de
contactsleutel in stand MAR draait.
Het schakelt uit als u de sleutel in
stand STOP draait.
Als u op knop 2 (fig. 57) drukt bij
uitgenomen contactsleutel, wordt
alleen de radio ingeschakeld. Deze
wordt na ongeveer 20 minuten auto-
matisch uitgeschakeld. LICHTSTERKTEREGELING
DISPLAY
Na inschakeling kan het, afhanke-
lijk van de temperatuur, enige minu-
ten duren voordat de ingestelde
lichtsterkte wordt bereikt.
Om de lichtsterkte te regelen moet,
met in- of uitgeschakelde buitenver-
lichting, de knop LIGHT 7 inge-
drukt worden gehouden: de licht-
sterkte verloopt van maximum naar
minimum en van minimum naar
maximum in ongeveer 2 seconden,
en blijft ongeveer 1 seconde op het
minimum en maximum niveau.
BELANGRIJK Als de lichtsterkte
op het minimum niveau staat, is het
display onleesbaar.
Als de buitenverlichting wordt
ingeschakeld, vermindert de licht-
sterkte van het display automatisch
en wordt de verlichting van de toet-
sen samen met de instrumentenpa-
neelverlichting geregeld.
Iedere keer als de motor wordt
gestart, wordt zowel bij in- als uitge-
schakelde buitenverlichting automa-
tisch dezelfde lichtsterkte ingesteld
als voor het uitzetten van de motor. MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
Bij het starten toont het display
ongeveer 4 seconden het LANCIA-
embleem. Daarna verschijnt een
nieuw scherm dat twee verschillende
configuraties kan hebben (fig. 58-
59) afhankelijk van de werking van
het ICS.
Het scherm dat gewoonlijk wordt
weergegeven, is in 4 gebieden onder-
verdeeld met de volgende informatie
(fig. 58):
A – Informatie over de werking van
de autoradio/CD (indien aanwezig)
en het motoroliepeil (alleen diesel -
uitvoeringen).
B – Analoog klokje en eventuele
controle-/waarschuwingslampjes.
fig. 58
P4T0627
A
D
CB